Parkeerhulpcamera starten

De parkeerhulpcamera start automatisch bij het inschakelen van de achteruitversnelling of handmatig bij het bedienen van een van de functieknoppen van het middendisplay.

Camera-aanzicht tijdens het achteruitrijden

Bij het inschakelen van de achteruitversnelling verschijnt het 360°-aanzicht als dit aanzicht of een van de zijaanzichten het laatst gebruikte aanzicht was, zo niet dan verschijnt het achteraanzicht.

Aanzicht bij handmatige inschakeling van de camera

P5-1546-Knapp-PAC Kamera På/Av

Start de parkeerhulpcamera met deze knop op het functiescherm van het middendisplay.

Op het display verschijnt daarna in eerste instantie het laatst gebruikte camera-aanzicht. Na iedere nieuwe motorstart wordt een eerder weergegeven zijaanzicht vervangen door een 360°-aanzicht en een eerder getoond ingezoomd achteraanzicht wordt vervangen door een standaardachteraanzicht.

Camera automatisch deactiveren

Het vooraanzicht dooft bij 25 km/h (16 mph) om u niet af te leiden – het vooraanzicht wordt bij een snelheid van 22 km/h (14 mph) binnen 1 minuut opnieuw geactiveerd, op voorwaarde dat u niet sneller rijdt dan 50 km/h (31 mph).

De overige camera-aanzichten doven bij 15 km/h (9 mph) en worden niet opnieuw geactiveerd.