Remfunctie bij langzaam rijdend verkeer en stilstand
Na korte stops tot zo'n 3 seconden tijdens filerijden of voor verkeerslichten rijdt de auto automatisch verder. Duurt het langer voordat een voorligger weer gaat rijden, dan worden de rijhulpsystemen stand-by gezet met automatische remfunctie.
- Druk op de stuurknop .
- Trap het gaspedaal in.
N.b.
De rijhulpsystemen kunnen de auto maximaal 5 minuten stilhouden – daarna wordt de parkeerrem aangezet, waarna de functie wordt uitgeschakeld.
Om de rijhulpsystemen te kunnen heractiveren, moet u eerst de parkeerrem lossen.
Annulering van automatische remfunctie
In bepaalde situaties wordt het automatisch remmen bij stilstand geannuleerd en wordt de functie stand-by gezet. Dat betekent dat de remmen worden gelost en de auto mogelijk gaat rollen – u moet daarom ingrijpen en zelf remmen om de auto stil te houden.
- u bedient het rempedaal
- u zet de parkeerrem aan
- u zet de keuzehendel in de stand P, N of R
- u zet de functie stand-by.
Automatische activering van parkeerrem
In bepaalde situaties wordt de parkeerrem aangezet om ervoor te zorgen dat de auto blijft stilstaan.
- u het bestuurdersportier opent of de veiligheidsgordel losmaakt
- de functie de auto langer dan ongeveer 5 minuten staande heeft gehouden
- de remmen oververhit zijn geraakt
- u de motor handmatig uitschakelt.