Touchscreenfunctie middendisplay gebruiken
De schermreacties hangen af van de vraag of u erop drukt of slepende of vegende bewegingen maakt. U kunt bijv. van het ene naar het andere scherm bladeren, objecten markeren, scrollen in een lijst en apps verplaatsen door het scherm op verschillende manieren aan te raken.
Dankzij IR-stralen vlak boven het schermoppervlak kan het scherm ook vingers op korte afstand vóór het scherm registreren. Deze technologie maakt het mogelijk om het scherm ook te gebruiken als u handschoenen aan hebt.
Het display is gelijktijdig door twee mensen te bedienen, bijv. om het klimaat aan de bestuurders- en passagierszijde in te stellen.
Belangrijk
In de onderstaande tabel worden de verschillende methoden voor schermbediening toegelicht:
Methode | Uitvoering | Resultaat |
---|---|---|
Eenmaal indrukken. | Een object markeren, een keuze bevestigen of een functie activeren. | |
Tweemaal snel drukken. | Inzoomen op een digitaal object, zoals de kaart. | |
Eenmaal drukken en vasthouden. | Een object beetpakken. Is te gebruiken om apps of kaartpunten op de kaart te verplaatsen. Houd de vinger(s) op het scherm gedrukt, terwijl u het object naar de gewenste locatie sleept. | |
Eenmaal drukken met twee vingers. | Uitzoomen van een digitaal object, zoals de kaart. | |
Vegen | Wisselen tussen schermen, bladeren in een lijst, tekst of scherm. Ingedrukt houden en verslepen om apps of kaartpunten op de kaart te verplaatsen. Horizontaal of verticaal over het scherm slepen. | |
Snel vegen/slepen | Wisselen tussen schermen, bladeren in een lijst, tekst of scherm. Horizontaal of verticaal over het scherm slepen. Let erop dat het hoofdscherm mogelijk wordt geopend bij aanraking van het bovenste deel van het scherm. | |
Spreiden | Inzoomen. | |
Knijpen | Uitzoomen. |
Terugkeren naar homescherm vanuit een ander scherm
N.b.
Door een lijst, artikel of scherm bladeren
Wanneer een bladerindicator zichtbaar is op het scherm, kunt u omhoog- of omlaagbladeren. Veeg op een willekeurige plaats op het scherm omhoog of omlaag.
Bediening op middendisplay gebruiken
Tal van autosystemen gebruiken bedieningselementen. Regel bijv. de temperatuur door:
- het bedieningselement naar de gewenste temperatuur te slepen,
- op + of − te drukken om de temperatuur in stapjes te verhogen of te verlagen, of
- op de gewenste temperatuur op het bedieningselement te drukken.