Een sensor registreert de temperatuur buiten de auto.
Als de auto geparkeerd heeft gestaan, is het mogelijk dat de meter een te hoge temperatuur aangeeft.
Wanneer de buitentemperatuur in het gebied –5 °C tot +2 °C (23 °F tot 36 °F) ligt, brandt er ook een sneeuwvloksymbool op het bestuurdersdisplay om te wijzen op het gevaar voor gladheid.
Het symbool gaat ook tijdelijk branden op het head-updisplay*, als de auto daarmee is uitgerust.
Wijzig de eenheid voor o.a. de temperatuurmeter via systeeminstellingen in het hoofdscherm op het middendisplay.