Open het klimaatscherm op het middendisplay door op het symbool in het midden van het klimaatveld te tikken.
Druk op de gewenste ventilatorstand: Off, 1-5 of Max.
De ventilatorstand wordt aangepast, waarna de knop voor de gekozen stand gaat branden.
Belangrijk
Als de ventilator volledig uitstaat, start de airconditioning niet, waardoor er mogelijk condens aan de binnenkant van de ruiten optreedt.
N.b.
De klimaatregeling past de luchtstroom zo nodig automatisch aan, wat betekent dat de ventilatorsnelheid kan veranderen ondanks dat de ventilatorstand ongewijzigd is.