Hoe de inhaalassistent werkt
Als Pilot Assist of ACC een ander voertuig volgt en u geeft met de richtingaanwijzer2 te kennen dat u wilt inhalen, dan helpen de systemen u door naar de voorligger te accelereren voordat uw auto de inhaalstrook heeft bereikt.
De functie vertraagt daarna de snelheidsverlaging om te vroeg afremmen te voorkomen als de auto een langzamer voertuig nadert.
De functie is actief totdat u het ingehaalde voertuig bent gepasseerd.
Waarschuwing
Let erop dat dit systeem mogelijk in meer situaties wordt geactiveerd dan tijdens het inhalen, zoals bij het gebruik van de richtingaanwijzers om aan te geven dat u van rijbaan wilt wisselen of wilt afslaan – de auto accelereert dan kort.