De auto is uitgerust met twee remkringen. Als een van de remkringen beschadigd raakt, neemt de rempedaalweg toe. U moet dan harder op het pedaal trappen voor een normale remwerking.
De druk die u uitoefent op het rempedaal wordt versterkt door de rembekrachtiging.
Waarschuwing
Als u het rempedaal bedient met de motor afgezet, doet het pedaal stug aan en moet u harder op het pedaal trappen om de auto af te remmen.
In bergachtig gebied of bij ritten met een zware belading kunt u de remmen ontzien door op de motor af te remmen in de stand voor handmatig schakelen. U benut de remmende werking van de motor het best, wanneer u tijdens het afdalen dezelfde versnelling inschakelt als bij het oprijden van een helling.
Antiblokkeerremsysteem
De auto heeft een antiblokkeerremsysteem (ABS1) dat voorkomt dat de wielen blokkeren tijdens het remmen om de auto bestuurbaar te houden. Bij activering van deze functie kunt u trillingen in het rempedaal voelen. Dit is volkomen normaal.
Wanneer u nadat de auto is aangeslagen het rempedaal loslaat, gaat een kortdurende, automatische test van het ABS van start. Het is mogelijk dat er op een lage snelheid nóg een automatische test plaatsvindt. De test is waarneembaar in de vorm van trillingen in het rempedaal.
Symbolen op het bestuurdersdisplay
Symbool | Betekenis |
---|---|
Controleer het remvloeistofpeil. Vul remvloeistof bij als het peil te laag ligt en controleer tevens de oorzaak van het remvloeistofverlies. | |
Brand tijdens het starten van de motor 2 seconden continu: Automatische functietest. Brandt langer dan 2 seconden continu. ABS vertoont een storing. Het standaardremsysteem van de auto werkt dan nog wel, zij het zonder ABS-regeling. |
Waarschuwing
Als het waarschuwingslampje voor storingen in het remsysteem en het ABS tegelijkertijd branden, is er mogelijk een fout opgetreden in het remsysteem.
- Als het remvloeistofpeil in dat geval normaal is, moet u voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats rijden om het remsysteem te laten controleren – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
- Als de remvloeistof onder het MIN-niveau in het remvloeistofreservoir ligt, mag u pas verder rijden als de remvloeistof is bijgevuld. De oorzaak van het remvloeistofverlies moet worden gecontroleerd.