Aandrijving

De auto combineert een verbrandingsmotor met een elektromotor.

Twee aandrijvingen

Afhankelijk van de gekozen rijmodus en de beschikbare energie kunnen de beide aandrijvingen elk afzonderlijk of tegelijkertijd worden gebruikt.

De elektromotor krijgt stroom uit een hybride-accu die in de tunnelconsole ligt. De hybride-accu is op te laden aan een stopcontact of via een speciaal laadstation.

Zowel de verbrandingsmotor als de elektromotor kan de wielen direct aandrijven. Een geavanceerd regelsysteem benut de eigenschappen van de beide aandrijvingen in verschillende omstandigheden om optimaal rendement te realiseren.

P6-1846-XC40H-Hybrid drive system
  1. P5-Icon red circle 1Hybride-accu - De hybride-accu heeft tot taak stroom op te slaan. De accu krijgt stroom tijdens oplading via het stroomnet of bij regeneratief remmen. De accu verstrekt stroom voor elektrische aandrijving en voor tijdelijk gebruik van de elektrische airconditioning bij preconditioning van de passagiersruimte.
  2. P5-Icon red circle 2Verbrandingsmotor - De verbrandingsmotor start, wanneer de ladingsgraad van de hybride-accu onvoldoende is om het motorvermogen te realiseren waar de bestuurder via het gaspedaal om vraagt.
  3. P5-Icon red circle 3Supercondensator – Verstrekt de stroom voor het starten van de auto, zodat de reguliere 12V-accu wordt ontlast.
  4. P5-Icon red circle 4Elektromotor - Drijft de auto aan bij ritten op stroom. Biedt extra motorkoppel en -vermogen tijdens het optrekken. Zet remenergie om in stroom.