Gedoofd | Oplading is niet mogelijk. | Geen stroomvoorziening naar de laadkabel. | - Haal de laadkabel uit het stopcontact.
- Steek de laadkabel weer in het stopcontact of gebruik een ander stopcontact.
- Als het probleem blijft bestaan - neem contact op met uw Volvo-dealer.
|
Brandt wit | Oplading mogelijk. | De laadkabel is klaar om op de auto te worden aangesloten. | Als het LED-lampje wit brandt, maar oplading niet mogelijk is: - Trek de laadkabel uit de laadaansluiting.
- Steek de laadkabel weer in de laadaansluiting.
- Als het lampje niet binnen ongeveer 10 seconden wit knippert - trek eerst de laadkabel uit de laadaansluiting en daarna uit het stopcontact.
- Sluit de laadkabel weer aan op het stopcontact en daarna op de laadaansluiting in de auto.
- Als het probleem blijft bestaan - neem contact op met uw Volvo-dealer.
|
Knippert wit | Wordt opgeladen. | De elektronica van de auto heeft de oplading gestart Wordt opgeladen. | Wacht totdat de auto volledig is opgeladen. |
Brandt rood | Oplading is niet mogelijk. | Tijdelijke storing. | - Trek de laadkabel uit de laadaansluiting.
- Wacht even af.
- Steek de laadkabel weer in de laadaansluiting.
- Als het probleem blijft bestaan - neem contact op met uw Volvo-dealer.
|
Knippert rood | Oplading is niet mogelijk. | Kritieke storing. | - Trek de laadkabel uit de laadaansluiting en daarna uit het stopcontact.
- Wacht even af.
- Sluit de laadkabel weer aan op het stopcontact en daarna op de laadaansluiting in de auto.
- Als het probleem blijft bestaan - neem contact op met uw Volvo-dealer.
|