De brandstoftank is voorzien van een doploos tanksysteem.
Tanken bij een tankstation
Bij het tanken is het belangrijk om het mondstuk van het vulpistool tot voorbij de twee kleppen in de vulpijp te steken.
Tankinstructies:
Schakel de auto uit en open de tankvulklep.
N.b.
Na het openen van de tankvulklep moet er binnen zo'n 15 minuten worden getankt. Daarna sluit namelijk de klep die bij gebruik van de knop voor opening van de tankvulklep werd geopend, zodat het vulpistool afslaat en er niet meer kan worden getankt.
Als de afsluiter mocht sluiten voordat u klaar bent met tanken, druk dan opnieuw op de knop en wacht totdat de melding Brandstoftank Klaar voor tanken op het bestuurdersdisplay verschijnt.
Kies een brandstof die is goedgekeurd voor gebruik in de auto op basis van de aanduiding1 aan de binnenkant van de tankvulklep. Zie de informatie over goedgekeurde brandstofsoorten en hun aanduidingen in het artikel "Benzine".
Steek het mondstuk van het vulpistool in de brandstofvulopening. De vulpijp heeft twee afdekkingen die te openen zijn. Zorg dat u het mondstuk van het vulpistool langs de beide afdekkingen hebt gestoken, voordat u begint met tanken.
Giet de tank niet te vol door het vulpistool na de eerste afslag uit de vulopening te halen.
De tank is vol.
N.b.
Een overvolle tank kan bij warm weer overstromen.
Brandstof bijvullen via een jerrycan
Gebruik voor het bijvullen van brandstof met een jerrycan de trechter die in het blok schuimrubber onder het vloerluik in de bagageruimte ligt.
Open de tankvulklep.
Steek de trechter in de brandstofvulopening. De vulpijp heeft twee afdekkingen die te openen zijn. Zorg dat u de trechterbuis langs de beide afdekkingen hebt gestoken, voordat u begint met tanken.