een transpondersleutel

Met de transpondersleutel zijn de portieren, de achterklep en de tankvulklep te vergrendelen en ontgrendelen. De transpondersleutel moet in de auto aanwezig zijn om deze te kunnen starten.

16w17 - SPA - Remote Keys overview both variants
Transpondersleutel1, links en transpondersleutel zonder knoppen (Key Tag)*, rechts.

U gebruikt de transpondersleutel niet actief bij het starten, omdat een auto in standaarduitvoering is uitgerust met ondersteuning voor passief starten (Passive Start). Om de auto te kunnen starten moet de sleutel zich voor in het interieur bevinden, zoals in een zak van de bestuurder of in de bekerhouder in de tunnelconsole.

Passieve vergrendeling en ontgrendeling (Passive Entry*) van de portieren, achterklep en tankvulklep is ook een optie. De sleutel heeft een bereik van zo'n 1,5 meter (5 voet) rond het bestuurdersportier en zo'n 1 meter (3 voet) rond de achterklep.

Bij passief starten in combinatie met passieve vergrendeling en ontgrendeling mag de transpondersleutel zich overal in het interieur of de bagageruimte bevinden, zonder dat dit van invloed is op het starten van de auto.

De transpondersleutels die bij de auto worden geleverd zijn elk afzonderlijk te koppelen aan een bestuurdersprofiel met unieke instellingen voor de auto. Bij gebruik van een transpondersleutel die gekoppeld is aan bepaald bestuurdersprofiel, hanteert de auto de instellingen die bij dat profiel passen.

Transpondersleutel zonder knoppen (Key Tag)

Bij auto's met passieve vergrendeling en ontgrendeling* wordt ook een wat kleinere en lichtere sleutel zonder knoppen (Key Tag) geleverd. De sleutel werkt op dezelfde manier als de reguliere transpondersleutel wat de passieve vergrendeling en ontgrendeling2 betreft. De sleutel heeft echter geen uitneembare sleutelblad en de batterij is niet te vervangen.

Knoppen op transpondersleutel

16w17 - SPA - Remote Key with buttons
De transpondersleutel heeft vier knoppen – een aan de linker- en drie aan de rechterzijde1.
  1. P5-1507 Remote key icon for lock/global close  Vergrendelen – Bij eenmaal indrukken worden alle portieren, de achterklep en de tankvulklep vergrendeld en wordt het alarm* geactiveerd.
  2. Bij lang indrukken worden alle ruiten en het panoramadak* tegelijkertijd gesloten.
  3. P5-1646-x90-Remote key icon for unlocking  Ontgrendelen – Bij eenmaal indrukken worden alle portieren, de achterklep en de tankvulklep ontgrendeld en wordt het alarm gedeactiveerd.
  4. Bij lang indrukken worden alle ruiten tegelijkertijd gesloten3.
  5. P5-1646-x90-Remote key icon for trunk opening/closing  Achterklep - Ontgrendelt alleen de achterklep en deactiveert de alarmfunctie voor de achterklep. Bij auto's met elektrische achterklepbediening* is de klep automatisch te openen bij lang indrukken. De klep is ook te sluiten door lang indrukken - er klinken waarschuwingssignalen.
  6. P5-1507 Remote key icon for panic alarm  Paniekfunctie - bestemd om in noodgevallen de aandacht van anderen te trekken. Als u de knop ten minste 3 seconden lang ingedrukt houdt of tweemaal achtereen binnen 3 seconden indrukt, worden de richtingaanwijzers, de interieurverlichting en de claxon geactiveerd. U kunt deze functie met dezelfde toets weer uitschakelen, als de functie minimaal 5 seconden actief geweest is. Anders wordt deze functie na zo'n 3 minuten automatisch uitgeschakeld.

 Waarschuwing

Als iemand in de auto achterblijft, moet u bij het verlaten van de auto altijd de elektrisch bedienbare ruiten en het panoramadak* stroomloos maken door de transpondersleutel mee te nemen.

 Let op

Let op het gevaar voor buitensluiten met de transpondersleutel/Key Tag nog in de auto.

Als u de auto vergrendelt en het alarm inschakelt met een geldige transpondersleutel, wordt een eventuele andere transpondersleutel/Key Tag in de auto gedeactiveerd. Ook de "Safelock-functie" wordt gedeactiveerd.

De gedeactiveerde sleutel wordt bij ontgrendeling van de auto opnieuw geactiveerd.

Storingen

De passieve startfunctie van de transpondersleutel en de optie passief vergrendelen en ontgrendelen* ondervinden mogelijk storingen door elektromagnetische velden en afschermingen.

 Let op

Bewaar de transpondersleutel niet te dicht in de buurt van metalen voorwerpen of elektronische apparaten zoals mobiele telefoons, tablets, laptops of laders – op een afstand kleiner dan 10-15 cm (4-6 inch).

Als er toch storingen mochten optreden, gebruikt u het afneembare sleutelblad van de transpondersleutel om de auto te ontgrendelen en u plaatst de sleutel vervolgens in de back-uplezer in het opbergvak om het alarmsysteem van de auto te deactiveren.

 Let op

Zorg ervoor dat er geen andere autosleutels, metalen voorwerpen of elektronische apparaten (zoals mobiele telefoons, tablets, laptops of laders) in de back-uplezer liggen, wanneer u de transpondersleutel erin plaatst. Als er meerdere sleutels in het opbergvak liggen, kunnen deze elkaar storen.
  1. 1 De afbeelding is schematisch, zodat er afhankelijk van het model afwijkingen mogelijk zijn.
  2. * Optie/accessoire.
  3. 2 De sleutel is waterdicht tot een diepte van zo'n 10 meter (30 feet) gedurende 60 minuten, zodat de sleutel zich leent voor gebruik in en om het water.
  4. 3 De doorluchtfunctie is onder te meer te gebruiken om de auto bij warm weer snel te luchten.