een transpondersleutel
Met de transpondersleutel zijn de portieren, de achterklep en de tankvulklep te vergrendelen en ontgrendelen. De transpondersleutel moet in de auto aanwezig zijn om deze te kunnen starten.
U gebruikt de transpondersleutel niet actief bij het starten, omdat een auto in standaarduitvoering is uitgerust met ondersteuning voor passief starten (Passive Start). Het is voldoende als de sleutel zich voor in het interieur bevindt.
Bij auto's met passieve vergrendeling en ontgrendeling (Passive Entry)* is de auto altijd te starten, ongeacht waar de sleutel zich in de auto bevindt. In dat geval wordt ook een wat kleinere en lichtere transpondersleutel zonder knoppen (Key Tag) geleverd.
De transpondersleutels zijn te koppelen aan verschillende bestuurdersprofielen om persoonlijke instellingen voor de auto op te slaan.
Knoppen op transpondersleutel
Waarschuwing
Als iemand in de auto achterblijft, moet u bij het verlaten van de auto altijd de elektrisch bedienbare ruiten en het panoramadak* stroomloos maken door de transpondersleutel mee te nemen.
N.b.
Let op het gevaar voor buitensluiten met de transpondersleutel nog in de auto.
- Wanneer u de auto vergrendelt en het alarm inschakelt met een geldige transpondersleutel, wordt een eventuele andere transpondersleutel of een transpondersleutel zonder knoppen in de auto gedeactiveerd. Ook de "Safelock-functie" wordt gedeactiveerd. De gedeactiveerde sleutel wordt opnieuw geactiveerd bij ontgrendeling van de auto.
Transpondersleutel zonder knoppen (Key Tag)*
De transpondersleutel zonder knoppen die bij een auto met passieve vergrendeling en ontgrendeling wordt geleverd, werkt op dezelfde manier als de reguliere transpondersleutel wat de passieve vergrendeling en ontgrendeling betreft. De sleutel is waterdicht tot een diepte van zo'n 10 meter (30 feet) gedurende 60 minuten. De sleutel heeft echter geen uitneembare sleutelblad en de batterij is niet te vervangen.
Storingen
De passieve startfunctie van de transpondersleutel en de optie passief vergrendelen en ontgrendelen* ondervinden mogelijk storingen door elektromagnetische velden en afschermingen.
N.b.
Als er toch storingen mochten optreden, gebruikt u het afneembare sleutelblad van de transpondersleutel om de auto te ontgrendelen en u plaatst de sleutel vervolgens in de back-uplezer in het opbergvak om het alarmsysteem van de auto te deactiveren en de auto te kunnen starten.