Stuurhulp bij dreigende staartbotsing*
De stuurhulp kent enkele deelfuncties. De stuurhulp bij dreigende staartbotsing kan u helpen, als u bij een naderende achterligger of een voertuig in een dode hoek wordt afgeleid en niet merkt dat uw auto de rijbaan dreigt te verlaten.
Als u op het punt staat de rijbaan te verlaten met een voertuig in een dode hoek of een snel naderende achterligger in een aangrenzende rijstrook, kan het systeem u helpen om de auto terug de eigen rijbaan in te sturen.
Het systeem kan ook ingrijpen als u de rijbaan bewust verlaat met geactiveerde richtingaanwijzer, maar een ander naderend voertuig niet opmerkt.
De functie is in werking binnen het snelheidsbereik 60–140 km/h (37–87 mph) op wegen met duidelijk zichtbare zijmarkeringen/-strepen.
De lampjes in de zijspiegels knipperen gelijktijdig met een stuuringreep, ongeacht of de functie BLIS1 wel of niet actief is.