IntelliSafe - hoe waarschuwt de rijhulp?
Wat gebeurt er in uw auto?
Uw auto heeft meerdere functies die actief kunnen bijdragen aan een betere veiligheid in het verkeer. Zowel voor u als voor medeweggebruikers. Om te zorgen dat u niet verrast wordt als een van de functies wordt geactiveerd, kunt u een overzicht bekijken van de verschillende functies en hoe deze in een kritieke situatie kunnen reageren. Als een functie wordt geactiveerd, kunt u bovendien hierover worden geïnformeerd via een tekstbericht op het bestuurdersdisplay.
N.b.
U kunt worden gewaarschuwd met symbolen, geluid, licht of trillingen
De veiligheidsfuncties in uw Volvo kunnen u op verschillende manieren waarschuwen. Denk bijvoorbeeld aan trillingen in het stuurwiel, rempulswaarschuwingen, met licht- of geluidssignalen of via symbolen op het bestuurdersdisplay. Hieronder kunt u meer lezen over de veiligheidsfuncties en hoe deze u kunnen waarschuwen.
Blind Spot Information (BLIS)*
BLIS is bedoeld om u te waarschuwen voor snel naderende achterliggers en achterliggers schuin achter en naast uw auto bij ritten in druk verkeer op wegen met meerdere rijbanen in dezelfde richting.
BLIS waarschuwt met een controlelampje in de zijspiegel dat continu brandt of knippert.
City Safety™
City Safety is een functie die een botsing met voetgangers, fietsers, grotere dieren of voertuigen kan voorkomen of de kracht van de impact kan beperken. Bij een dreigende botsing krijgt u waarschuwingen in de vorm van visuele en akoestische signalen alsook rempedaaltrillingen om u te helpen tijdig in te grijpen. Als u niet op een waarschuwing reageert en er een aanrijding dreigt, kan City Safety de auto automatische remmen.
- Rempulswaarschuwingen, licht- en geluidssignalen.
- De auto remt in bepaalde omstandigheden als de bestuurder zelf niet binnen een redelijke tijd reageert.
Cross Traffic Alert (CTA)*
CTA is een functie die is bedoeld om te waarschuwen voor kruisend verkeer als de auto achteruitrijdt.
- Geluidssignaal vanuit de linker of rechter luidspreker; dit is afhankelijk van welke kant het object nadert.
- Pictogram op het bestuurdersdisplay.
- Pictogram op het hoofdscherm van de parkeerhulpcamera.
Driver Alert Control (DAC)
DAC is bedoeld om de aandacht van de bestuurder te trekken als deze de auto op ongecontroleerde wijze bestuurt (omdat u bijvoorbeeld afgeleid wordt of bijna in slaap valt).
- Geluidssignaal in combinatie met een symbool op het bestuurdersdisplay en bericht Tijd voor een pauze?.
Rijbaanassistent (LKA1)
De rijbaanassistent kan u helpen de kans te verkleinen dat de auto onbedoeld de eigen rijbaan verlaat. Aangezien u zelf kunt instellen hoe de functie u moet ondersteunen, kan de ervaring van de veiligheidsfunctie variëren.
- Stuurhulp: Als de functie registreert dat de auto een zijlijn nadert, voelt u een lichte stuurbeweging in het stuurwiel. Denk eraan dat u beide handen aan het stuur moet hebben om de functie te laten werken.
- Waarschuwing: Als de functie registreert dat de auto een zijlijn nadert, wordt u gewaarschuwd met trillingen in het stuurwiel.
- Beide: U wordt gewaarschuwd met trillingen een lichte stuurbeweging in het stuurwiel.
Stuurhulp bij botsgevaar
De functie stuurhulp bij botsgevaar kan u helpen om de kans te verkleinen dat de auto onbedoeld de rijbaan verlaat en/of botst met een ander voertuig of obstakel. De functie kan u assisteren door de auto terug te sturen naar de eigen rijbaan en/of uit te wijken.
Als u de functie start, worden drie deelfuncties geactiveerd die in verschillende situaties kunnen helpen. Hoe de functie wordt ervaren, kan dan ook wat verschillen en hangt af van de deelfunctie die actief is.
- Stuurhulp bij dreigende bermongelukken: Als de camera registreert dat de auto bezig is de kant van de weg te passeren, kunt u voelen dat de functie probeert om de auto naar de eigen rijbaan terug te sturen. Als de stuuringreep onvoldoende lijkt, zal de functie ook proberen om de auto te remmen. Er zullen geen stuur- of remingrepen worden gedaan als u de richtingaanwijzers aan hebt en als de functie van mening is dat de auto actief door u als bestuurder wordt bestuurd. In dat geval wordt activering van de functie genegeerd.
- Stuurhulp bij dreigende tegenliggerbotsing: Als de auto bezig is de eigen rijbaan te verlaten terwijl er een tegenligger nadert, kan de functie u als bestuurder met een stuuringreep helpen om de auto terug te sturen naar de eigen rijbaan. Er zullen geen stuur- of remingrepen worden gedaan als u de richtingaanwijzers aan hebt en als de functie van mening is dat de auto actief door u als bestuurder wordt bestuurd. In dat geval wordt activering van de functie genegeerd.
Roll Stability Control (RSC)
RSC is een stabilisatiesysteem dat in bepaalde situaties kan helpen om de kans op kantelen of omslaan te verkleinen, bijv. bij een stevige uitwijkmanoeuvre of als de auto in een slip raakt. Als het systeem registreert dat er kans is dat de auto kantelt, kan het reageren met de volgende ingrepen:
- Het motorkoppel wordt verlaagd.
- Eén of meer wielen worden geremd.
Whiplash Protection System (WHIPS)
WHIPS is een functie die tegen whiplashletsel kan beschermen. Het systeem bestaat uit energieabsorberende rugleuningen plus zitkussens en speciaal voor het systeem ontwikkelde hoofdsteunen voor de beide voorstoelen.
Waarschuwing
De beschreven systemen zijn aanvullende hulpmiddelen – ze werken niet in alle situaties.
Als bestuurder bent u er altijd verantwoordelijk voor dat u de auto op een veilige manier bestuurt en dat u zich aan de geldende verkeersregels en voorschriften houdt.