Schakelen met stuurpaddles*
De stuurpaddles vormen een aanvulling op de schakelhendel en bieden u de mogelijkheid om handmatig te schakelen zonder uw handen van het stuurwiel te hoeven nemen.
Stuurpaddles activeren
Om met de stuurpaddles te kunnen schakelen moet u ze wel eerst activeren:
Haal een van de paddles in de richting van het stuurwiel.
Een cijfer op het bestuurdersdisplay geeft de ingeschakelde versnelling aan.
Wisselen
U kunt als volgt schakelen:
Haal een van de paddles naar achteren – in de richting van het stuurwiel – en laat deze weer los.
Bij iedere bediening van de paddles wordt er geschakeld, tenzij het motortoerental buiten het toelaatbare bereik komt. Na iedere schakeling geeft het bestuurdersdisplay het cijfer van de ingeschakelde versnelling weer.
Systeem uitschakelen
Handmatig uitschakelen in schakelstand D en M
Schakel de stuurpaddles uit door de rechter paddle (+) in de richting van het stuurwiel te halen en in die stand vast te houden, totdat het cijfer voor de ingeschakelde versnelling van het bestuurdersdisplay verdwijnt.
De versnellingsbak gaat terug naar schakelstand D.
Automatische uitschakeling
In schakelstand D worden de stuurpaddles na enige tijd van inactiviteit automatisch uitgeschakeld. Het feit dat het cijfer voor de ingeschakelde versnelling verdwijnt bevestigt dit. Dit geldt echter niet bij het afremmen op de motor. De paddles blijven actief zolang er op de motor wordt afgeremd.
In schakelstand M vindt geen automatische uitschakeling plaats.