De gecombineerde camera en radarsensor werkt alleen naar behoren wanneer u vuil, ijs en sneeuw van de voorruit verwijdert en de ruit regelmatig reinigt met water en autoshampoo.
N.b.
Als vuil, ijs en sneeuw de camera- en radareenheid bedekken, neemt de functie af en kan meten onmogelijk worden gemaakt.
Dit kan er tevens toe leiden dat functies worden gereduceerd, volledig worden uitgeschakeld of niet goed reageren.