Op snelwegen stuurt de auto stugger. Bij het parkeren en op lage snelheden is de auto lichter en zonder veel moeite te besturen.
N.b.
In bepaalde situaties kan de stuurbekrachtiging te warm worden zodat deze tijdelijk moet worden gekoeld - de stuurbekrachtiging werkt dan met een beperkt vermogen en het draaien aan het stuurwiel kan dan wat zwaarder gaan.
Zolang de stuurbekrachtiging met een beperkt vermogen werkt verschijnt op het bestuurdersdisplay een melding in combinatie met een stuursymbool.
Waarschuwing
Zolang de stuurbekrachtiging met een beperkt vermogen werkt zijn de rijhulpsystemen met stuurhulp niet beschikbaar.
In een dergelijk geval verschijnt de melding Storing stuurbekracht. of Hulp stuurbekrachtiging tijdelijk beperkt op het bestuurdersdisplay in combinatie met een stuursymbool.
Stuurkrachtniveau wijzigen*
Om het stuurkrachtniveau te kiezen, gaat u naar de paragraaf "Rijmodi" en bekijkt u de beschrijving bij de optie INDIVIDUAL onder het kopje "Mogelijke rijmodi".
Bij modellen zonder een rijmodusknop met de optie INDIVIDUAL is het stuurkrachtniveau in te stellen via het hoofdscherm op het middendisplay en wel aan de hand van het volgende zoekpad:
Het stuurkrachtniveau is niet te wijzigen tijdens het maken van een bocht bij een snelheid hoger dan 10 km/h (6 mph).