Ontgrendelen
Trek de voorste portiergreep links naar buiten1 totdat deze niet verder kan. De slotcilinder komt dan tevoorschijn.
Plaats de sleutel in de slotcilinder.
Draai 45 graden rechtsom. Het sleutelblad wijst dan recht omlaag.
Draai de sleutel 45 graden terug naar de beginstand. Neem de sleutel uit de slotcilinder en laat de handgreep los, zodat de achterkant van de handgreep weer tegen de auto aan veert.
Het vergrendelen gaat op dezelfde manier. Daarbij wordt dan bij stap (3) 45 graden linksom gedraaid in plaats van rechtsom.
Alarm uitschakelen*
N.b.
Plaats de transpondersleutel op het sleutelsymbool in de back-uplezer, die in het opbergvak van de tunnelconsole zit.
Druk op de startknop.
Vergrendelen
U kunt de auto ook vergrendelen met het afneembare sleutelblad van de transpondersleutel: bij stroomuitval bijvoorbeeld of als de batterij in de transpondersleutel leeg is.
Het linker voorportier is te vergrendelen met de bijbehorende slotcilinder en het afneembare sleutelblad.
De overige portieren hebben geen slotcilinders, maar zijn voorzien van een vergrendeling op de zijkant van het portier die moet worden ingedrukt met het sleutelblad, waarna het portier mechanisch is vergrendeld en niet meer van de buitenzijde kan worden geopend.
De portieren zijn echter nog steeds vanaf de binnenzijde te openen.
Het portier is zowel vanaf de buitenzijde als vanaf de binnenzijde te openen. | |
Het portier is niet vanaf de buitenzijde te openen. Om het portier weer in stand A te zetten moet het via de binnengreep worden geopend. |
De portieren zijn ook te ontgrendelen met de ontgrendelingsknop op de transpondersleutel of de knop voor centrale vergrendeling op het bestuurdersportier.
N.b.
- De vergrendeling van een portier dient alleen om het desbetreffende portier te vergrendelen – dus niet alle portieren.
- Een handmatig vergrendeld achterportier waarvan ook het mechanische kinderslot geactiveerd is, kan niet van de binnenzijde noch van de buitenzijde worden geopend. Een achterportier dat op die manier is vergrendeld, kan alleen worden ontgrendeld met een transpondersleutel of de knop van de centrale vergrendeling.