Automatische remfunctie van Pilot Assist

Pilot Assist heeft een speciale remfunctie voor ritten bij langzaamrijdend verkeer en stilstand.

Remfunctie bij langzaamrijdend verkeer en stilstand

Na korte stops tot zo'n 3 seconden tijdens filerijden of voor verkeerslichten rijdt de auto automatisch verder. Duurt het langer voordat een voorligger weer gaat rijden, dan wordt de Pilot Assist stand-by gezet met automatische remfunctie.

Pilot Assist kunt u op een van de volgende manieren heractiveren:
  • Druk op de stuurknop P5-1507-Symbol 5x3,5-CC rattknapp Återuppta hastighet.
  • Trap het gaspedaal in.
Pilot Assist hervat het volgen van de voorligger als deze binnen ongeveer 6 seconden vooruit begint te rijden.

 N.b.

Pilot Assist kan de auto maximaal 5 minuten stilhouden - daarna wordt de parkeerrem aangezet, waarna de functie wordt uitgeschakeld.

Om Pilot Assist te kunnen heractiveren, moet u eerst de parkeerrem lossen.

Annulering van automatische remfunctie

In bepaalde situaties wordt het automatisch remmen bij stilstand geannuleerd en wordt Pilot Assist stand-by gezet. Dat betekent dat de remmen worden gelost en de auto mogelijk gaat rollen – u moet daarom ingrijpen en zelf remmen om de auto stil te houden.

Dat is mogelijk in de volgende situaties:
  • u bedient het rempedaal
  • u zet de parkeerrem aan
  • u zet de keuzehendel in de stand P, N of R
  • u Pilot Assist stand-by zet.

Automatische activering van parkeerrem

In bepaalde situaties wordt de parkeerrem aangezet om ervoor te zorgen dat de auto blijft stilstaan.

Dit gebeurt als Pilot Assist de auto staande houdt met behulp van de bedrijfsrem en:
  • u het bestuurdersportier opent of de veiligheidsgordel losmaakt
  • Pilot Assist de auto langer dan ongeveer 5 minuten staande heeft gehouden
  • de remmen oververhit zijn geraakt
  • u de motor handmatig uitschakelt.