- U moet de veiligheidsgordel om hebben en het bestuurdersportier moet dichtstaan.
- Er moet binnen een redelijke afstand een voorligger (doelvoertuig) aanwezig zijn of de actuele snelheid moet minimaal 15 km/h (9 mph) zijn.
- Voor auto's met een handgeschakelde versnellingsbak: De snelheid moet minimaal 30 km/h (20 mph) bedragen.
...of...
Alleen wanneer de kleur van het stuursymbool (2) verandert van GRIJS in GROEN, is de stuurhulp van Pilot Assist actief.
Alleen wanneer het afstandssymbool een auto (1) boven het stuursymbool aangeeft, regelt Pilot Assist het tijdsverschil en opzichte van voorliggers.
Tegelijkertijd wordt een snelheidsinterval gemarkeerd.
De hogere snelheid is de opgeslagen/gekozen snelheid en de lagere snelheid is de snelheid van de voorligger (het doelvoertuig).
Handen aan het stuur
Een voorwaarde voor de werking van Pilot Assist is dat u uw handen aan het stuur houdt. Als Pilot Assist registreert dat u uw handen niet aan het stuurwiel houdt, krijgt u een akoestisch waarschuwingssignaal te horen en een displaytekst met het verzoek om de auto actief te sturen.
Als Pilot Assist daarna nog steeds niet kan registreren dat u de handen aan het stuur hebt, gaat het systeem stand-by staan. Daarna moet u Pilot Assist opnieuw starten met de stuurknop .