De noodremlichten worden geactiveerd bij krachtig remmen of als het ABS-systeem wordt geactiveerd bij hoge snelheden.
Nadat u afremt tot een geringe snelheid en het rempedaal loslaat, gaat het remlicht weer op de normale wijze constant branden
Tegelijkertijd worden de alarmlichten van de auto geactiveerd. Deze blijven knipperen totdat de bestuurder weer versnelt naar een hogere snelheid of de alarmlichten van de auto uitschakelt.