Als u een hulpaccu gebruikt bij het starten wordt geadviseerd de volgende stappen aan te houden om kortsluiting en andere schade te voorkomen:
Belangrijk
Belangrijk
Verwijder de startkabels in omgekeerde volgorde – eerst de zwarte kabel en daarna de rode.
Zorg dat geen van de aansluitklemmen aan de zwarte startkabel contact kan maken met het positie starthulppunt op de auto/de pluspool van de starthulpaccu of met de aangesloten klem van de rode startkabel.
Waarschuwing
Hoogvoltspanning kan gevaarlijk zijn bij onoordeelkundig ingrepen. Raak geen accu-onderdelen aan, wanneer dat niet uitdrukkelijk in de gebruikershandleiding staat aangegeven.
- Een hulpaccu van 48 V mag nooit worden gebruikt voor het verlenen van starthulp.
- Externe elektrische uitrusting mag onder geen beding op de 48 V-accu worden aangesloten.
- Laat het onderhoud en vervangen van een 48 V-accu over aan een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Waarschuwing
- De startaccu kan het zeer explosieve knalgas produceren. Eén enkele vonk, veroorzaakt door een onjuiste aansluiting van een startkabel, kan volstaan om de accu tot ontploffing te brengen.
- Sluit de startkabels niet aan op een component va het brandstofsysteem of op bewegende onderdelen. Pas op voor hete motoronderdelen.
- De startaccu bevat tevens zwavelzuur dat ernstige chemische brandwonden kan veroorzaken.
- Als u accuzuur in uw ogen krijgt of op uw huid of kleren morst, moet u onmiddellijk met grote hoeveelheden water spoelen. Neem onmiddellijk contact op met een arts, als u accuzuur in uw ogen krijgt.
- Rook niet in de buurt van de accu.
N.b.
Als de startaccu dermate ontladen is dat de elektrische standaardsystemen van de auto's zijn uitgeschakeld en als u de motor vervolgens start met een externe accu of acculader, dan blijft het Start/Stop-systeem mogelijk actief. Als het Start/Stop-systeem kort daarna een automatische motorstop verricht, is de kans groot dat een volgende automatische motorstart mislukt door onvoldoende capaciteit van de startaccu, omdat de accu niet genoeg is opgeladen.
Als de auto starthulp heeft gekregen of de accu onvoldoende is opgeladen met een acculader, wordt geadviseerd het Start/Stop-systeem uit te schakelen totdat de auto de startaccu voldoende bijgeladen heeft. Bij een buitentemperatuur van zo'n +15 °C (60 °F) moet de accu ten minste 1 uur lang door de auto worden opgeladen. Bij lagere buitentemperaturen kan de laadduur toenemen tot zo'n 3–4 uur. Geadviseerd wordt de accu op te laden met een externe acculader.