Bij handmatig gebruik
De transpondersleutelfuncties voor bijvoorbeeld vergrendeling en ontgrendeling die worden geactiveerd bij het indrukken van of , werken binnen een straal van zo'n 20 meter (65 voet) rond de auto.
Als de auto niet reageert bij bediening van een knop – probeer het dan op minder grote afstand opnieuw.
Bij passief* gebruik
Voor passieve vergrendeling/ontgrendeling moet een transpondersleutel of de transpondersleutel zonder knoppen Key Tag zich binnen een straal van zo'n 1,5 meter (5 voet) rond de zijkanten of zo'n 1 meter (3 voet) rond de achterklep van de auto bevinden.
N.b.
Bij verwijdering van de transpondersleutel uit de auto
Als de transpondersleutel bij een draaiende motor uit de auto wordt verwijderd, verschijnt de waarschuwingsmelding Sleutel niet gevonden Uit auto verwijderd op het bestuurdersdisplay en klinkt er als het laatste portier wordt gesloten ter herinnering ook een geluidssignaal.
De melding verdwijnt wanneer u, nadat de transpondersleutel weer in de auto aanwezig is, op de knop O van de rechter stuurknoppenset drukt of wanneer u het laatste portier weer sluit.