Het systeem kan starten bij ritten in het donker, wanneer de auto een rijsnelheid heeft van zo'n 20 km/h (12 mph) of hoger. Het systeem kan ook rekening houden met de straatverlichting. Wanneer de camerasensor niet langer de verlichting van een tegenligger of voorligger registreert, wordt na enkele seconden het groot licht weer ingeschakeld.
Automatisch groot licht activeren
Het automatisch groot licht is te activeren en deactiveren door de draairing op de linker stuurhendel naar de stand te draaien. De draairing veert automatisch terug naar de stand . Wanneer automatisch groot licht geactiveerd is, licht het symbool op het bestuurdersdisplay wit op. Wanneer het groot licht ontstoken is, brandt het symbool blauw.
Deactiveren van automatisch groot licht wanneer het groot licht aanstaat, leidt ertoe dat er direct wordt overgeschakeld op dimlicht.
Automatisch groot licht hoeft niet bij iedere start van de auto weer te worden geactiveerd.
Beperkingen van het automatisch groot licht
De camerasensor waar de functie gebruik van maakt kent beperkingen.
Als dit symbool samen met de melding Actief grootlichtTijdelijk niet beschikbaar op het bestuurdersdisplay verschijnt, moet u handmatig overschakelen tussen groot licht en dimlicht. Het symbool dooft, wanneer deze melding verschijnt.
Hetzelfde geldt als dit symbool samen met de melding VoorruitsensorSensor afgedekt, zie handleiding verschijnt.
Automatisch groot licht is mogelijk tijdelijk niet beschikbaar, zoals in dichte mist of bij zware regenval. Wanneer automatisch groot licht weer beschikbaar is of als de voorruitsensoren niet langer geblokkeerd zijn, verdwijnt de melding en gaat het symbool branden.
Waarschuwing
Actief groot licht is een systeem dat u helpt om in ongunstige omstandigheden de optimale verlichting te kiezen.
Als bestuurder bent u echter altijd verplicht om handmatig te wisselen tussen groot licht en dimlicht, als dat gezien de verkeerssituatie en/of weersgesteldheid vereist is.