Schokdemping (Four-C)*
Op auto's uitgerust met Four-C is de schokdemping aangepast aan de gekozen instelling van de wielophanging en de snelheid die de auto heeft. De schokdemping staat normaal ingesteld op optimaal comfort en wordt continu bijgeregeld op basis van de ondergrond, de mate van versnelling/vertraging en de vraag of de auto op rechte stukken of in bochten rijdt. Voor een steviger chassis moet de instelling van de wielophanging op Stuggere wielophanging worden gezet.
Handmatig verstelbare schokdempers*
Bij auto's met de variant Polestar Engineered* kunnen de schokdempers handmatig worden versteld. Er zijn drie aanbevolen standen: prestatiestand, dynamische stand en comfortstand.
Prestatiestand
In de prestatiestand voelt de schokdemping van de auto harder aan.
Dynamische stand
De dynamische stand is de fabrieksinstelling van de auto die is aangepast voor dagelijks rijden.
Comfortstand
In de comfortstand voelt de schokdemping van de auto zachter aan.
Niveauregeling en schokdemping
De systemen zijn afgestemd op de gekozen rijmodus en de actuele rijrijsnelheid. Via de niveauregeling wordt bij hogere snelheden de bodemspeling van de auto verlaagd om op die manier de luchtweerstand te verlagen en meer stabiliteit te verkrijgen. De schokdemping staat normaal ingesteld op optimaal comfort en wordt continu bijgeregeld op basis van de ondergrond, de mate van versnelling/vertraging en de vraag of de auto op rechte stukken of in bochten rijdt.
Wanneer er niveauregeling plaatsvindt, geeft het bestuurdersdisplay dat aan.
- Als een zijportier openstaat is alleen afregeling op een hoger niveau mogelijk.
- Als de achterklep openstaat is alleen afregeling op een lager niveau mogelijk.
Bij het parkeren
Zorg er bij het parkeren voor dat er boven en onder de auto voldoende ruimte is, omdat de bodemspeling bijvoorbeeld kan variëren afhankelijk van de temperatuur, de wijze van belading, gebruik van de laadstand of de gekozen rijmodus na het starten.
Het niveau kan wellicht ook na enige tijd parkeren nog worden bijgesteld. Dit ter compensatie van eventuele hoogtewijzigingen die zich op grond van temperatuurveranderingen in de luchtveren kunnen voordoen, wanneer de auto afkoelt.
Bij het transporteren
Bij het transport van de auto op een veerboot, autotrein of autotransporter mag u de spanbanden alleen rond de banden vastzetten en niet om andere chassisonderdelen halen. Eventuele wijzigingen in de niveauregeling tijdens het transport kunnen de verankering negatief beïnvloeden.
Symbolen en meldingen
Bij een fout in de niveauregeling verschijnt er een melding op het bestuurdersdisplay.
| Symbool | Melding | Betekenis |
|---|---|---|
 | Vering uitgeschakeld door gebruiker | U hebt de actieve niveauregeling handmatig uitgeschakeld. |
| Vering Werking tijdelijk beperkt | De prestaties van de actieve niveauregeling zijn tijdelijk gereduceerd op grond van de belasting van het systeem. |
 | Vering Service vereist | Er is een storing opgetreden. Bezoek zo spoedig mogelijk een werkplaats1. |
 | Stop veilig Storing vering | Er is een kritieke storing opgetreden. De rijprestaties van de auto zijn fors beperkt, stop op een veilige manier. Laat de auto bergen (met alle wielen van de weg af) naar een werkplaats1 als de melding wordt weergegeven terwijl de auto stilstaat. |
| Rij langzaam Rijniveau vering te hoog | Er is een storing opgetreden. De rijprestaties van de auto zijn beperkt. Verlaag uw snelheid tot het symbool verdwijnt. Neem contact op met een werkplaats1 als de melding wordt weergegeven terwijl de auto stilstaat. |
| Vering Automatisch afstellen rijniveau | Er vindt afstelling tot het beoogde niveau plaats. |