Doe het volgende om de instellingen op te slaan en gebruik te maken van het sleutelgeheugen:
- Stel de stoel naar wens in.
- Vergrendel de auto zoals gebruikelijk door de vergrendelknop op de transpondersleutel in te drukken. Daarmee ligt de stoelpositie opgeslagen in het geheugen van de transpondersleutel3.
- Ontgrendel de auto (door op de ontgrendelknop op dezelfde transpondersleutel te drukken) en open het bestuurdersportier. De bestuurdersstoel neemt automatisch de positie in die in het geheugen van de transpondersleutel is opgeslagen (als de stand van de stoel na vergrendeling van de auto werd gewijzigd).
U kunt het sleutelgeheugen activeren/deactiveren in het menusysteem MY CAR. Voor een beschrijving van het menusysteem, zie MY CAR.
Noodstop
Als de stoel per ongeluk in beweging komt, kunt u op een van de instellingsknoppen of geheugenknoppen van de stoel drukken om de stoel tot stilstand te brengen.
Om de stoel dan opnieuw in de in het sleutelgeheugen vastgelegde stand te zetten dient u de ontgrendelingsknop op de transpondersleutel te bedienen. Het bestuurdersportier dient daarbij open te staan.
Waarschuwing
Beknellingsgevaar! Zorg ervoor dat kinderen niet met de bediening spelen. Controleer of er bij het instellen geen voorwerpen voor, achter of onder de stoel liggen. Controleer of geen van de passagiers op de achterbank bekneld kan raken.