Alcoholslot* - waar u op moet letten

Het alcoholslot1 voorkomt dat bestuurders die onder invloed zijn in de auto kunnen rijden.

Voor een goede werking en een zo nauwkeurig mogelijk meetresultaat:

  • Ca. 5 minuten voor de blaastest niet eten of drinken.
  • De voorruit niet te lang sproeien – de alcohol in de sproeiervloeistof kan een verkeerd meetresultaat opleveren.

Van bestuurder wisselen

P3-0946 Alkolås
  1. Ikon röd cirkel 1Mondstuk voor blaastest.
  2. Ikon röd cirkel 2Schakelaar.
  3. Ikon röd cirkel 3Zendertoets.
  4. Ikon röd cirkel 4Lampje voor ladingstoestand batterij.
  5. Ikon röd cirkel 5Lampje voor resultaat blaastest.
  6. Ikon röd cirkel 6Lampje dat aangeeft dat het systeem gereed is voor een blaastest.

Om bij het wisselen van bestuurder een nieuwe blaastest te kunnen doen schakelaar (2) en de zendertoets (3) gelijktijdig ca. 3 seconden lang ingedrukt houden. De startblokkering van de auto wordt dan opnieuw geactiveerd, zodat er eerst een goedgekeurde blaastest nodig is voordat de motor kan worden gestart.

Kalibreren en onderhoud plegen

Het alcoholslot dient om de 12 maanden in een werkplaats2 gecontroleerd en gekalibreerd te worden.

Wanneer er nog 30 dagen resteren tot aan een geplande kalibratiebeurt, verschijnt Alcoguard Kalibratie vereist Zie instructieboek op het instrumentenpaneel. Als er niet binnen 30 dagen gekalibreerd wordt, dan kan de motor niet langer op de normale wijze gestart worden - de motor is dan alleen te starten via de bypass-functie, zie het volgende kopje ‘Noodsituatie’.

De melding is te verwijderen met een druk op de zendtoets (3). De melding verdwijnt anders spontaan na ca. 2 minuten maar verschijnt iedere keer dat de motor gestart wordt opnieuw – alleen bij herkalibratie in een werkplaats2 verdwijnt de melding permanent.

Koud en warm weer

Hoe kouder het buiten is, hoe langer het duurt voordat de blaasunit gereed is voor gebruik:

Temperatuur (°C)Maximale opwarmtijd (seconden)
+10 tot +85 10
–5 tot +1060
–40 tot –5180

Bij temperaturen lager dan –20 °C of hoger dan +60 ’C is extra voeding voor de blaasunit vereist. Op het instrumentenpaneel verschijnt Alcoguard Stroomkabel aansluiten. Sluit de voedingskabel uit het dashboardkastje in dat geval aan op de blaasunit en wacht totdat het controlelampje (6) groen oplicht.

Bij extreme koude kunt u de opwarmtijd verkorten door de blaasunit mee naar binnen te nemen.

Noodsituatie

In noodsituaties of wanneer het alcoholslot defect is, kunt u het alcoholslot omzeilen om toch in de auto te kunnen rijden.

 N.b.

Alle activering met bypass wordt geregistreerd en opgeslagen in een geheugen, zie Vastlegging van gegevens.

Na activering van de bypass-functie blijft Alcoguard Bypass actief op het instrumentenpaneel staan totdat het systeem gereset wordt in een werkplaats2.

Het is mogelijk de bypass-functie te testen zonder dat er een foutmelding wordt aangemaakt – loop in dat geval alle stappen door maar start de motor niet. De foutmelding wordt gewist bij het vergrendelen van de auto.

Bij installatie van het alcoholslot geeft u aan of omzeilen mogelijk moet zijn via de bypass- of de noodfunctie. Deze instelling is achteraf nog te wijzigen in een werkplaats2.

Bypass-functie activeren

  • Houd de knop OK op de linker stuurhendel en de knop voor de alarmknipperlichten ca. 5 seconden lang ingedrukt. Op het instrumentenpaneel verschijnt eerst Bypass actief Wacht 1 minuut en daarna Alcoguard Bypass actief. Vervolgens kunt u de motor starten.

Deze functie is meerdere malen te activeren. De foutmelding die verschijnt tijdens het rijden is echter alleen te wissen in een werkplaats2.

Noodfunctie activeren

  • Houd de knop OK op de linker stuurhendel en de knop voor de alarmknipperlichten ca. 5 seconden lang ingedrukt. Op het instrumentenpaneel verschijnt eerst Alcoguard Bypass actief waarna u de motor kunt starten.

Deze functie is eenmaal te gebruiken en moet daarna gereset worden in een werkplaats2.

  1. * Optie/accessoire.
  2. 1 Wordt ook wel Alcoguard genoemd.
  3. 2 Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.