Interieurverlichting

De interieurverlichting is te activeren/deactiveren met de knoppen van de bedieningspanelen aan het plafond voor- en achterin.
P3 V60H främre takbelysning kupé
Knoppen op plafondconsole voor bediening leeslampjes en interieurverlichting voorin.
  1. Ikon röd cirkel 1Leeslampje linkerzijde
  2. Ikon röd cirkel 2Leeslampje rechterzijde
  3. Ikon röd cirkel 3Interieurverlichting

Alle verlichting in het interieur kan handmatig in- en uitgeschakeld worden binnen 30 minuten nadat:

  • de motor is afgezet en het elektrische systeem van de auto in 0 staat
  • de auto ontgrendeld is zonder dat de motor is gestart.

Plafondverlichting voorin

De leeslampjes voorin worden in- en uitgeschakeld met een druk op de bijbehorende knoppen op de plafondconsole.

Plafondverlichting achterin

P3 V60H bakre takbelysning kupé
Plafondverlichting achterin.
P3-0835 XC60 Interior lighting rear, with panorama roof
Plafondverlichting achterin bij auto’s met panoramadak.

U kunt de lampjes in- en uitschakelen met een druk op de bijbehorende knop.

Instapverlichting

De instapverlichting (alsmede de interieurverlichting) worden in- en uitgeschakeld bij het openen c.q. sluiten van een portier.

Verlichting dashboardkastje

De verlichting in het dashboardkastje wordt in- en uitgeschakeld bij het openen en sluiten van de klep van het kastje.

Verlichting make-upspiegel

De verlichting van de make-upspiegel, wordt bij het openen en sluiten van het klepje in- en uitgeschakeld.

Verlichting in bagageruimte

De bagageruimteverlichting wordt bij het openen en sluiten van de achterklep automatisch in- en uitgeschakeld.

Automatische verlichting

Met de knop voor de interieurverlichting kunt u drie verlichtingsstanden selecteren:

  • Uit – rechterkant ingedrukt, automatische interieurverlichting gedeactiveerd.
  • Neutrale stand – automatische verlichting geactiveerd.
  • Aan – linkerkant ingedrukt, interieurverlichting brandt.

Neutrale stand

Met de knop in de neutrale stand wordt de interieurverlichting als volgt automatisch in- en uitgeschakeld.

De interieurverlichting wordt ingeschakeld en blijft 30 seconden lang branden, als:

De interieurverlichting dooft, wanneer:

  • u de motor start
  • de auto wordt vergrendeld.

De interieurverlichting gaat aan en blijft twee minuten lang branden, wanneer een van de portieren openstaat.

Als u een bepaalde verlichtingsfunctie handmatig inschakelt, zal deze na twee minuten automatisch worden uitgeschakeld.

Sfeerverlichting*

Wanneer de reguliere interieurverlichting is uitgegaan en de motor draait, branden er enkele leds, onder meer een bij de plafondverlichting voor een zwakke sfeerverlichting tijdens de rit. Bovendien kunt u door de verlichting in het donker eventuele voorwerpen in de opbergvakken e.d. beter zien. Deze verlichting gaat bij vergrendeling van de auto even na de reguliere interieurverlichting uit. U regelt de sterkte van de verlichting met het duimwiel op het bedieningspaneel.

  1. * Optie/accessoire.