Motor op afstand starten
Om de motor op afstand te kunnen starten moet de auto vergrendeld staan en de motorkap dichtstaan.
Doe het volgende:
- Druk kort op de knop (2) van de sleutel.
- Druk vervolgens lang – minimaal 2 seconden – op de knop (3).
Als aan de voorwaarden voor afstandsstart is voldaan, vindt bovendien het volgende plaats:
- De richtingaanwijzers lichten snel enkele malen achtereen op.
- De motor start.
- Ter bevestiging dat de motor is gestart lichten de richtingaanwijzers vervolgens 3 seconden lang op.
N.b.
Met PCC2
Het lampje voor Approach-verlichting3 gaat bij het indrukken van de knop eerst enkele malen knipperen en brandt vervolgens continu, mits aan alle voorwaarden voor afstandsstart is voldaan. Dit betekent echter niet dat de afstandsstart de motor heeft gestart.
Om te controleren of de afstandsstart de motor gestart heeft kunt u op de toets (5) drukken – als de motor aangeslagen is, wordt dit aangegeven met de lampjes bij de knoppen (2) en (3).
Actieve functies
Bij een via afstandsstart geactiveerde motor zijn de volgende functies actief:
- Klimaatregeling
- audio-/videosysteem
- Approach-verlichting.
Inactieve systemen
Bij een via afstandsstart geactiveerde motor zijn de volgende functies niet actief:
- koplampen
- parkeerlichten
- kentekenplaatverlichting
- ruitenwisser.
Onderbreking afstandsstart
In de volgende gevallen wordt een afstandsstart onderbroken:
- de toets (1), (2) of (4) op de transpondersleutel wordt ingedrukt
- de auto wordt ontgrendeld
- er wordt een portier geopend
- het gas- of rempedaal wordt bediend
- de keuzehendel wordt uit stand P gehaald
- de afstandsstart is langer dan 15 minuten actief geweest.
Bij het afzetten van een via afstandsstart geactiveerde motor lichten de richtingaanwijzers 3 seconden lang op.