Instellingen
Om de instellingen voor de Park Assist-camera te wijzigen:
- Druk op OK/MENU wanneer camerabeelden getoond wordt.
- Scrol naar de gewenste optie met OK/MENU.
- Druk op OK/MENU en verlaat het menu met EXIT.
of
- Druk op CAM.
- Druk op OK/MENU.
- Scrol naar de gewenste optie met OK/MENU.
- Druk op OK/MENU en verlaat het menu met EXIT.
Overig
De standaardinstelling is dat de camera wordt geactiveerd bij het inschakelen van de achteruitversnelling.
- Bij indrukken van CAM wordt de camera geactiveerd, ook al is de achteruitversnelling niet ingeschakeld.
- Wissel tussen de normale en ingezoomde weergave door te draaien aan TUNE of te drukken op CAM.
Trekhaak
De camera leent zich bij uitstek voor het aankoppelen van een aanhanger/caravan. Op het display kan een hulplijn verschijnen voor de geplande ‘baan’ van de trekhaak naar de aanhanger – dat geldt ook voor de ‘wielsporen’.
- Voor nauwkeurig manoeuvreren is inzoomen op de trekhaak mogelijk door op CAM te drukken – wanneer u de knop opnieuw indrukt, verschijnt de normale weergave weer.
De hulplijn voor de trekhaak is na een druk op OK/MENU te activeren in het menusysteem, waar u kunt kiezen uit weergave van de ‘wielsporen’ of de baan van de trekhaak – beide opties kunnen niet gelijktijdig worden weergegeven.