U kunt twee verschillende uitschakeltijden instellen met de timerfunctie. Onder de uitschakeltijd wordt het tijdstip verstaan waarop de auto de gewenste temperatuur bereikt heeft. De elektronica van de auto rekent aan de hand van de buitentemperatuur zelf uit wanneer de verwarming moet worden ingeschakeld.
N.b.
Als de klok van de auto wordt verzet, wordt een eventuele programmering van de timer gewist.
Instellen1
Druk op de OK-knop om het menu te openen.
Scrol met het duimwiel naar een van de timers Verwarming en maak een keuze met OK.
Kies een van de beide timers met het duimwiel en bevestig uw keuze met OK.
Druk kort op OK zodat de uuraanduiding gaat branden.
Stel de gewenste uuraanduiding in met het duimwiel.
Druk kort op de knop OK, zodat de minuutaanduiding gaat knipperen.
Stel de gewenste minuutaanduiding in met het duimwiel.
Druk op OK2 om de instelling te bevestigen.
Met RESET gaat u een stap terug binnen het menusysteem.
Kies de andere timer (ga verder vanaf punt 2) of verlaat het menu met RESET.
Starten
Druk op de OK-knop om het menu te openen.
Ga met het duimwiel naar Verwarming en maak een keuze met OK.
Kies een van de beide timers met het duimwiel en activeer deze met OK.
Verlaat het menu met RESET.
Uitschakelen
U kunt de timergestuurde verwarming uitschakelen voordat de timer dat doet. Doe dat als volgt:
Druk op de OK-knop om het menu te openen.
Ga met het duimwiel naar Verwarming en maak een keuze met OK.
Als een timer ingesteld maar niet actief is, staat er een kloksymbool naast de ingestelde tijd.
Kies een van de beide timers met het duimwiel en bevestig uw keuze met OK.
Schakel de timer als volgt uit:
- druk lang op OK of
- kort op OK om verder te gaan in het menu. Kies daarna voor uitschakeling van de timer en bevestig uw keuze met OK.
Verlaat het menu met RESET.
Een timergestuurde verwarming is ook direct uit te schakelen.