Algemene informatie over HDC
Met HDC is het mogelijk om op steile aflopende hellingen de snelheid te verhogen/verlagen met het gaspedaal, zonder het rempedaal te gebruiken. De gevoeligheid van het gaspedaal neemt af, doordat het motortoerental tot aan de maximale pedaalweg alleen binnen een beperkt toerentalgebied te regelen valt. Het remsysteem grijpt in en zorgt voor een lage en gelijkmatige snelheid, zodat u zich volledig kunt richten op de besturing.
HDC is met name handig op steile aflopende hellingen met een oneffen oppervlak en op gladde weggedeelten. Denk bijvoorbeeld aan een boot op een trailer die u vanaf een boothelling achteruit te water laat.
Waarschuwing
HDC werkt niet in alle situaties, maar is uitsluitend bedoeld als een aanvullend hulpmiddel.
Als bestuurder bent u er altijd verantwoordelijk voor dat u de auto op een veilige manier bestuurt.
Functie
U schakelt HDC in en uit met een van de schakelaars op de middenconsole. Het lampje in de bewuste schakelaar brandt, wanneer de functie actief is.
Wanneer HDC actief is brand het bijbehorende symbool op het instrumentenpaneel en verschijnt de melding Afdalingsremregeling AAN.
Het systeem werkt alleen in de eerste versnelling en in de achteruitversnelling. Bij een automatische versnellingsbak geldt dat de 1e versnelling moet zijn ingeschakeld, wat wordt aangegeven met het cijfer 1 op het instrumentenpaneel, zie Automatische versnellingsbak - Geartronic*.
N.b.
Bediening
Bij een geactiveerd HDC-systeem kan de auto bij het afremmen op de motor maximaal 10 km/h voorruit rijden en 7 km/h achteruit. Met het gaspedaal kunt u echter een willekeurige andere snelheid binnen het snelheidsinterval kiezen dat bij de ingeschakelde versnelling hoort. Zodra u het gaspedaal loslaat wordt de rijsnelheid snel verlaagd tot 10 of 7 km/h, ongeacht de hellingshoek en zonder dat u daarvoor het rempedaal hoeft te bedienen.
Bij activering van het systeem gaan automatisch de remlichten branden. Met het rempedaal kunt u de auto altijd remmen of helemaal tot stilstand brengen.
HDC wordt gedeactiveerd:
- met de aan/uit-knop op de middenconsole
- bij het inschakelen van een hogere versnelling dan de 1e bij een handgeschakelde versnellingsbak
- bij het inschakelen van een hogere versnelling dan de 1e bij een automatische versnellingsbak of bij het inschakelen van stand D.
Het systeem is op ieder moment uit te schakelen. Als u dit op een steile aflopende helling doet, zal het remvermogen niet meteen maar geleidelijk worden verlaagd.