Scrolstand activeren in normale kaartstand
- Druk op een van de numerieke toetsen 0–9.
Scrollen
- Druk op een van de numerieke cijfertoetsen 1-2-3-4-6-7-8-9 – in de kantlijnen wordt een richtingspijl weergegeven met het cijfer dat u moet gebruiken om de kaart in de gewenste richting te verschuiven.
Zoomen
- Draai aan de TUNE-knop.
Cijfertoets ‘5’
Wanneer u in de scrolstand op de cijfertoets 5 drukt, wordt de actuele positie van de auto als middelpunt van de kaartweergave gehanteerd.
Scrolstand verlaten
- Druk op EXIT of op NAV.
Dradenkruis
Met een druk op OK verschijnt een menu voor het punt op de kaart waarnaar het middelpunt van het dradenkruis wijst:
- Eén bestemming inst. - Verwijdert eventuele eerdere bestemmingen uit het reisplan en start de routebegeleiding op de kaart.
- POI-informatie - geeft op het beeldscherm de naam en het adres weer voor de POI die het dichtst bij het dradenkruis ligt. Voor meer informatie over POI, zie Internetkaart1 - nuttige plaatsten (POI)-symbolen.
- Informatie - Toont eventuele informatie over de gemarkeerde locatie.
- Opslaan - Biedt de mogelijkheid om de gemarkeerde locatie in het geheugen op te slaan.