Waarschuwing
De oplaadplaat kan via het functiescherm van het middendisplay worden in- en uitgeschakeld. De standaardstand is dat de oplaadplaat niet geactiveerd is. Als de oplaadplaat wordt ingeschakeld, verschijnt er een melding over de risico's voor gebruikers met een pacemaker of andere implantaten die door de plaat kunnen worden beïnvloed. Bevestig op het middendisplay dat de oplaadplaat moet worden ingeschakeld.
De oplading van de telefoon gaat van start en het symbool verschijnt boven aan het middendisplay.
Belangrijk
N.b.
Als de telefoon niet wordt opgeladen:
- Controleer op het middendisplay of de oplaadplaat is ingeschakeld.
- Controleer of er geen andere voorwerpen op de oplaadplaat liggen.
- Controleer of de telefoon ondersteuning biedt voor draadloos opladen (Qi).
- Verwijder een eventuele cover van de telefoon.
- Til de telefoon van de oplaadplaat en plaats deze opnieuw in het midden ervan.
- Controleer of het elektrische systeem van de auto is ingeschakeld.
- Controleer of de telefoon tijdens de rit niet van de oplaadplaat is gegleden.
- Als de temperatuur van de accu tijdens het laden te hoog wordt, wordt de laadfunctie uitgeschakeld.
- Als een van de portieren wordt geopend, wordt het laden enkele seconden onderbroken.
Wanneer de telefoon verkeerd is geplaatst of voorwerpen op de oplaadplaat oplading onmogelijk maken, verschijnt er een melding op het middendisplay.