Sproeiervloeistof bijvullen
Om de koplampen en de voor- en achterruit schoon te houden wordt sproeiervloeistof gebruikt. Bij temperaturen onder het vriespunt moet sproeiervloeistof met antivries worden gebruikt.
N.b.
Wanneer er nog zo’n 1 liter (1 qt) sproeiervloeistof in het reservoir zit, wordt op het bestuurdersdisplay de melding Vul bij Sproeiervloeistofpeil te laag samen met het symbool weergegeven.
Als de melding Vul bij Sproeiervloeistofpeil te laag samen met het symbool op het bestuurdersdisplay wordt weergegeven, is het tijd om sproeiervloeistof bij te vullen.
Open de motorkap met de handgreep in het interieur en daarna met de handgreep onder de voorrand van de motorkap.
Open de dop van het sproeiervloeistofreservoir.
Het sproeiervloeistofreservoir is bij te vullen via de opening met de blauwe dop. Het reservoir wordt gebruikt voor ruitensproeiers, achterruitensproeiers en koplampsproeiers*.
Vul sproeiervloeistof bij totdat het reservoir vol is.
Doe de dop op het sproeiervloeistofreservoir en sluit daarna de motorkap.
Voorgeschreven kwaliteit: Door Volvo aanbevolen sproeiervloeistof – met antivries bij koud weer en temperaturen onder het vriespunt.
Belangrijk
Gebruik originele sproeiervloeistof van Volvo of een vergelijkbaar product met de aanbevolen pH-waarde tussen 6 en 8 (gebruiksklaar mengsel, d.w.z. gelijke delen/1:1 bij neutraal water).
Belangrijk
Gebruik bij temperaturen onder nul sproeiervloeistof met antivries, zodat de vloeistof niet bevriest in de pomp, het reservoir en de slangen.
Hoeveelheid:
- Auto's met koplampsproeiers: 5,3 liter (5,6 qts).
- Auto's zonder koplampsproeiers: 3,5 liter (3,7 qts).