Parkeerklimaat

Het interieurklimaat is vooraf te regelen middels preconditioning of te handhaven nadat u de auto geparkeerd hebt.
P5-1519-XC90H–Climate–Parking climate screen
Preconditioning en handhaving klimaatcomfort worden aangestuurd vanaf tab Standklimatisering op het klimaatscherm op het middendisplay.

Preconditioning

Preconditioning vooraf beperkt de slijtage en het stroomverbruik tijdens het rijden.

Preconditioning is direct in te schakelen of via een timer te programmeren.

De functie maakt afhankelijk van de situatie gebruik van uiteenlopende systemen:
  • De standverwarming warmt bij koud weer het interieur op naar de comforttemperatuur.
  • De ventilator koelt bij warm weer het interieur af naar de actuele buitentemperatuur.
  • De airconditioning zorgt bij warm weer voor afkoeling van het interieur naar de comforttemperatuur.
  • De elektrische stuurverwarming en elektrische stoelverwarming voor bestuurder en passagier kunnen worden geactiveerd.
  • De elektrische verwarming van de voorruit, achterruit en buitenspiegels kunnen worden geactiveerd.

In warm weer kan er bij gebruik van de preconditioning een plasje water onder de auto ontstaan ter hoogte van de airconditioning. Dit is volkomen normaal.

 N.b.

Preconditioning is alleen beschikbaar als de auto is aangesloten op een stroomaansluiting1. Een laadpaal die niet altijd actief is, bijv. vanwege een timer, kan tot het uitvallen van de preconditioning leiden.

Als de auto niet is aangesloten op een stroomaansluiting, kan in een warm klimaat toch een korte afkoeling van het interieur worden bewerkstelligd door de preconditioning rechtstreeks te starten.

 N.b.

Bij preconditioning van het interieur gaat het erom de auto te verwarmen tot een behaaglijke temperatuur te brengen en tot de op de klimaatregeling ingestelde temperatuur.

Handhaving klimaatcomfort

Het interieurklimaat van de auto is tijdens het parkeren nog enige tijd te handhaven, bijvoorbeeld als u of een of meer inzittenden na uitschakeling van de motor in de auto willen blijven zitten en het klimaatcomfort wensen te handhaven.

Handhaving klimaatcomfort is alleen direct in te schakelen.

De functie maakt afhankelijk van de situatie gebruik van uiteenlopende systemen:
  • Bij koud weer wordt het interieur met de restwarmte van de motor opgewarmd naar de comforttemperatuur.
  • De ventilator koelt bij warm weer het interieur af naar de actuele buitentemperatuur.

 N.b.

Handhaving klimaatcomfort wordt uitgeschakeld als de auto van buitenaf wordt vergrendeld om niet onnodig restwarmte te gebruiken. De functie dient om het klimaatcomfort te behouden, wanneer u en/of passagiers in de auto achterblijven.
  1. 1 Geldt voor een elektrische verwarming.