Starthulp met andere accu

Als de startaccu uitgeput is, kunt u de auto starten met stroom van een hulpaccu.
P5-1519-XC90H-Jump starting
Laadpunt voor starten met hulpaccu van eigen auto.

 Belangrijk

Het laadpunt van de auto is alleen bestemd voor starthulp van de eigen auto. Het laadpunt is niet bestemd voor starthulp voor een andere auto. Als het laadpunt wordt gebruikt om een andere auto te starten, kan dat ertoe leiden dat er een zekering kapotgaat, wat inhoudt dat het laadpunt niet meer werkt.

Wanneer een zekering kapot is, verschijnt de melding Accustoring Zekering accu Service vereist op het bestuurdersdisplay. Volvo adviseert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.

Als u een hulpaccu gebruikt bij het starten wordt geadviseerd de volgende stappen aan te houden om kortsluiting en andere schade te voorkomen:

Zet het elektrische systeem van de auto in de contactslotstand 0.
Controleer of de hulpaccu een spanning van 12 V levert.
Als de hulpaccu in een andere auto is gemonteerd, moet u de motor van die auto afzetten en ervoor zorgen dat de beide auto's elkaar niet raken.
Bevestig de ene klem van de rode startkabel aan de pluspool (1) van de hulpaccu.

 Belangrijk

Wees voorzichtig bij het aansluiten van de startkabels om kortsluiting met andere onderdelen in de motorruimte te voorkomen.
Open de afdekking (2) van het positieve starthulppunt.
Bevestig de andere klem van de rode startkabel aan het positieve starthulppunt (2).
Bevestig de ene klem van de zwarte startkabel aan de minpool (3) van de hulpaccu.
Bevestig de andere klem van de zwarte startkabel aan het negatieve starthulppunt (4).
Controleer of de aansluitklemmen van de startkabels goed vastzitten om te voorkomen dat er tijdens de startpoging vonken ontstaan.
Start de motor van de "hulpauto" en laat deze enkele minuten draaien op een toerental dat iets hoger ligt dan normaal, ca. 1500 omw/min.
Start de motor van de eigen auto. Verleng de laadtijd tot 10 minuten als startpoging mislukt en probeert het daarna opnieuw.

 N.b.

Bij motorstart in normale omstandigheden wordt doorgaans de elektrische aandrijving gebruikt – de benzinemotor blijft uitgeschakeld. Dit betekent dat de elektromotor 'gestart' is wanneer u de startknop naar START hebt gedraaid en dat de auto rijklaar is. Ter bevestiging dat de elektromotor is gestart, doven de controlesymbolen op het bestuurdersdisplay en gaat het gekozen thema branden.

 Belangrijk

Raak de aansluitingen niet aan tijdens de startpoging. Er bestaat namelijk gevaar voor vonkvorming.

Verwijder de startkabels in omgekeerde volgorde - eerst de zwarte kabel en daarna de rode.

Zorg dat geen van de aansluitklemmen aan de zwarte startkabel contact kan maken met het positie starthulppunt op de auto/de pluspool van de starthulpaccu of met de aangesloten klem van de rode startkabel.

 Waarschuwing

  • De startaccu kan het zeer explosieve knalgas produceren. Eén enkele vonk, veroorzaakt door een onjuiste aansluiting van een startkabel, kan volstaan om de accu tot ontploffing te brengen.
  • De startaccu bevat tevens zwavelzuur dat ernstige chemische brandwonden kan veroorzaken.
  • Als u accuzuur in uw ogen krijgt of op uw huid of kleren morst, moet u onmiddellijk met grote hoeveelheden water spoelen. Neem onmiddellijk contact op met een arts, als u accuzuur in uw ogen krijgt.

 N.b.

U kunt de auto niet starten bij een uitgeputte hybride-accu.