Waarschuwing
- Het opladen van de hybride-accu mag alleen gebeuren met de toelaatbare maximumlaadstroom of lager conform de lokale en landelijke aanbevelingen voor het opladen van hybridevoertuigen via een 230VAC-contact/stekker.
- Het opladen van de hybride-accu mag alleen gebeuren via goedgekeurde met randaarde beveiligde 230VAC-contacten1 of via laadstations met door Volvo beschikbaar gestelde losse laadkabels (mode 3).
- De aardlekschakelaar van de regeleenheid beveiligt de auto, maar toch bestaat het gevaar dat het 230VAC-net overbelast raakt.
- Vermijd stopcontacten die zichtbaar slijtage of schade vertonen, omdat het gebruik ervan aanleiding kan geven tot brand en/of letsel.
- Gebruik nooit een verlengkabel.
Waarschuwing
Laat het wisselen van de hybride-accu over aan een werkplaats - geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Alvorens op te laden
Belangrijk
- De regeleenheid niet met water overspoelen of in water onderdompelen.
- Stel de regeleenheid en de bijbehorende stekker niet bloot aan direct zonlicht. De beveiliging tegen oververhitting van de stekker kan anders de oplading van de hybride-accu begrenzen of beëindigen.
Belangrijk
- Controleer of het 230 VAC-contact voldoende stroom kan leveren om een elektrische auto op te laden - laat bij twijfel het contact controleren door een vakman.
- Is de stroomsterkte van het contact niet bekend – stel dan de laagste stroomsterkte in op de regeleenheid.
Op de regeleenheid van de laadkabel stelt u de gewenste laadstroom in op een waarde van 6–16 A2. Bij aflevering is de laagst mogelijke laadstroom vooraf ingesteld.
Klep van de laadaansluiting openen/sluiten
Duw lichtjes tegen de achterkant van de klep.
Open de klep.
Trek de afdekking van de laadaansluiting af en hang deze aan de houder aan de binnenkant van de klep op. Zorg ervoor dat de rubberband van de afdekking omlaaggebogen is, zodat de afdekking niet uit de houder kan losgaan.
Sluit de klep van de laadaansluiting in omgekeerde volgorde.