Winterwielen
Volvo adviseert winterbanden met bepaalde afmetingen. De bandenmaat is afhankelijk van de motorvariant. Gebruik altijd het juiste type winterbanden op alle vier de wielen.
N.b.
Tips bij het monteren van winterbanden
Noteer bij het vervangen van de zomerbanden door winterbanden of andersom op de banden aan welke kant ze zaten: bijvoorbeeld L voor links, R voor rechts.
Banden met "spikes"
Winterbanden met "spikes" moeten de eerste 500-1000 km rustig worden ingereden, zodat de "spikes" hun positie in kunnen nemen. Zo gaan de banden en vooral de "spikes" langer mee.
N.b.
Profieldiepte
Ritten bij ijs, sneeuw(modder) en lage temperaturen vergen meer van de banden dan zomerse ritten. Daarom adviseert Volvo een minimale profieldiepte van 4 mm voor winterbanden.
Sneeuwkettingen
Volvo adviseert om geen sneeuwkettingen te gebruiken bij bandenmaten van meer dan 19 inch.
De montage-instructies worden bij originele sneeuwkettingen van Volvo meegeleverd in de verpakking.
Het gebruik van sneeuwkettingen is alleen toegestaan op de voorwielen (geldt ook voor modellen met voorwielaandrijving). Rijd met sneeuwkettingen nooit sneller dan 50 km/h (30 mph). Rijd evenmin op sneeuwvrije wegen, omdat zowel de sneeuwkettingen als de banden daardoor overmatig slijten.
Waarschuwing
Gebruik originele Volvo-sneeuwkettingen of vergelijkbare sneeuwkettingen die zijn afgestemd op het model en op de band- en velgafmetingen. Alleen enkelzijdige sneeuwkettingen zijn toegestaan.
Volvo adviseert u om bij twijfel over het juiste type sneeuwketting contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. Een verkeerde sneeuwketting kan ernstige schade aan de auto veroorzaken en aanleiding geven tot een ongeluk.