Het reservewiel wordt bewaard in een zak en moet tijdens het rijden met twee banden aan de vloer in de bagageruimte zijn bevestigd. De rugleuningen van de derde zitrij moeten dan neergeklapt zijn.
De banden moeten kruiselings over het wiel worden gespannen en in de vier verankeringsogen van de auto worden vastgezet.
Controleer regelmatig de bandenspanning, ook van het reservewiel.