De hybride-accu is te laden met een laadkabel die in een opbergvak in de bagageruimte zit.
N.b.
De tijd die nodig is om de hybride-accu te laden is afhankelijk van de gebruikte laadstroom.
N.b.
Waarschuwing
- Lampjes op de regeleenheid van de laadkabel.
- Controlelampje in de laadaansluiting op de auto.
- Afbeelding en tekst op het bestuurdersdisplay.
Bij oplading van de hybride-accu wordt ook de startaccu opgeladen. Wanneer de hybride-accu volledig opgeladen is, wordt de oplading van beide accu's beëindigd.
Als de hybride-accu een temperatuur heeft lager dan –10 ºC (14 ºF) of hoger dan 40 ºC (104 ºF) zijn er mogelijk beperkingen/wijzigingen van bepaalde autofuncties van kracht. Het is ook mogelijk dat functies niet beschikbaar zijn, omdat de capaciteit van lithiumion-accu’s buiten het gegeven temperatuurinterval afneemt.
Elektrische aandrijving is niet mogelijk, wanneer de accutemperatuur te laag of te hoog is. Als de rijmodus PURE dan is gekozen, slaat de verbrandingsmotor aan.
Laden met een vaste regeleenheid conform mode 31
Op bepaalde markten zit de regeleenheid vast in een laadstation dat op het stroomnet is aangesloten. De laadkabel heeft dan geen eigen regeleenheid. Gebruik daarom de laadkabel van het laadstation en volg de instructies op het laadstation.
Oplading met benzinemotor
De auto kan ook stroom genereren voor de hybride-accu en de accu opladen.
- Bij licht afremmen met het rempedaal wordt de hybride-accu opgeladen. De bewegingsenergie van de auto wordt dan omgezet in elektrische energie om de hybride-accu mee op te laden.
- In de schakelstand B wordt er bij het loslaten van het gaspedaal niet alleen afgeremd op de elektromotor, ook de hybride-accu wordt opgeladen.
- De hybride-accu is ook op te laden met de verbrandingsmotor van de auto.