De auto wordt gestart met de startknop op de tunnelconsole als de transpondersleutel zich in het interieur bevindt.
Waarschuwing
Vóór het starten:
Doe de veiligheidsgordel om.
Stel stoel, stuur en spiegels in.
Zorg ervoor dat het rempedaal volledig kan worden ingetrapt.
U gebruikt de transpondersleutel zelf niet bij het starten van de auto, omdat de auto is uitgerust met ondersteuning voor starten zonder sleutel (passief startsysteem).
Om de auto te starten:
Belangrijk
De auto kan niet starten als de laadkabel er nog in zit. Let erop dat de laadkabel uit de laadaansluiting wordt gehaald voordat de auto wordt gestart.
Controleer of de transpondersleutel in de auto aanwezig is. Voor auto's met passief starten moet de sleutel zich voor in het interieur bevinden. Met de optie passieve vergrendeling/ontgrendeling* van de auto is het voldoende dat de transpondersleutel zich ergens in de auto bevindt.
Houd het rempedaal volledig ingetrapt1. Bij een auto met een automatische versnellingsbak moet u ervoor zorgen dat u schakelstand P of N hebt gekozen. Zorg er bij auto's met een handgeschakelde versnellingsbak voor dat de schakelhendel in de neutraalstand staat of dat u het koppelingspedaal bedient.
Draai de startknop rechtsom en laat de knop weer los. De knop veert automatisch terug naar de uitgangspositie.
Bij het starten van de motor blijft de startmotor draaien, totdat de motor aanslaat of totdat de beveiliging tegen oververhitting in werking treedt.
Bij start in normale omstandigheden wordt doorgaans de elektrische aandrijving gebruikt – de benzinemotor blijft uitgeschakeld. Dit betekent dat de elektromotor “gestart” en de auto rijklaar is, wanneer u de startknop rechtsom hebt gedraaid. Ter bevestiging dat de motor is gestart, doven de controlelampjes op het bestuurdersdisplay en gaat het gekozen thema branden.
Er zijn echter situaties waarbij de benzinemotor start zoals bij een te lage buitentemperatuur of als de hybride-accu moet worden opgeladen.
Foutmeldingen
Als bij het starten de melding Sleutel niet gevonden op het bestuurdersdisplay verschijnt, plaats dan de transpondersleutel in de buurt van de back-uplezer. Doe vervolgens een nieuwe startpoging.
N.b.
Zorg ervoor dat er geen andere autosleutels, metalen voorwerpen of elektronische apparaten (zoals mobiele telefoons, tablets, laptops of laders) in de back-uplezer liggen, wanneer u de transpondersleutel in de back-uplezer plaatst. Als er zich meerdere sleutels in de back-uplezer bevinden, kunnen deze elkaar storen.
Als bij het starten de melding Motor starten Systeemcontrole, wachten op het bestuurdersdisplay verschijnt, wacht dan tot de melding verdwijnt en doe vervolgens een nieuwe startpoging.
Belangrijk
Als de motor na 3 pogingen niet gestart is, wacht u 3 minuten voordat u een nieuwe poging doet. Het startvermogen neemt toe als de startaccu zich kan herstellen.
N.b.
U kunt de auto niet starten bij een uitgeputte hybride-accu.
Waarschuwing
Verwijder de transpondersleutel nooit uit de auto tijdens het rijden.
Waarschuwing
Neem bij het verlaten van de auto altijd de transpondersleutel mee en zorg dat het elektrische systeem van de auto in contactslotstand 0 staat – vooral als er kinderen in de auto achterblijven.
N.b.
Voor bepaalde motortypen kan het stationaire toerental bij een koude start duidelijk hoger dan normaal zijn. Dit gebeurt om het uitlaatgasreinigingssysteem zo snel mogelijk op de normale bedrijfstemperatuur te krijgen waardoor de uitlaatgasemissies afnemen en het milieu wordt ontzien.