Stand-bystand voor cruisecontrol
De cruisecontrol (CC1) is te deactiveren en stand-by te zetten. Dit kan gebeuren door actief ingrijpen van u of automatisch.
De stand-bystand houdt in dat de functie geselecteerd is op het bestuurdersdisplay, maar niet is geactiveerd. De cruisecontrol regelt dan niet de snelheid.
Stand-by vanwege ingreep van bestuurder
De cruisecontrol wordt gedeactiveerd en in de stand-bystand gezet in één van de volgende gevallen:
- U bedient het rempedaal.
- U zet de schakelhendel in stand N.
- Het koppelingspedaal wordt langer dan 1 minuut ingetrapt.
- U houdt langer dan 1 minuut een hogere snelheid aan dan ingesteld.
U dient vervolgens zelf uw snelheid aan te passen.
Wanneer u gas bijgeeft met het gaspedaal zoals bij een inhaalmanoeuvre, blijft de instelling ongewijzigd – de auto hervat de laatst opgeslagen snelheid zodra u het gaspedaal loslaat.
Automatische stand-bystand
Een automatische stand-bystand kan bijvoorbeeld door het volgende worden veroorzaakt:
- De wielen verliezen hun grip op het wegdek.
- Het motortoerental is te laag/hoog.
- De remtemperatuur wordt te hoog.
- De snelheid daalt tot onder 30 km/h (20 mph).
U dient vervolgens zelf uw snelheid aan te passen.