Auto opnemen

Bij het opnemen van de auto is het belangrijk dat u de krik onder de voorziene steunpunten in het onderstel van de auto plaatst.
P5-1507 Hoisting points
De driehoeken op de kunststof afdekking geven aan waar de kriksteunpunten/hefpunten (rood gemarkeerd) zitten.

 N.b.

Geldt voor auto's met Besturing niveauregeling*: Als de auto is voorzien van luchtvering, moet deze worden uitgeschakeld voordat u de auto opneemt.

 N.b.

Volvo adviseert u alleen de krik te gebruiken die bij de auto hoort. Volg bij gebruik van een andere krik dan door Volvo geadviseerd de aanwijzingen die bij deze krik werden geleverd.

De normale krik van de auto is alleen bestemd voor sporadisch en kortstondig gebruik zoals bij het verwisselen van een lekke band. Als de auto vaker moet worden opgekrikt of voor langere tijd zoals bij het onderling roteren van de banden wordt het gebruik van een garagekrik geadviseerd. Volg in dat geval de gebruiksaanwijzing van de desbetreffende krik.

 Waarschuwing

  • Activeer de parkeerrem en zet de keuzehendel in de parkeerstand (P).
  • Blokkeer de wielen die op de grond staan met grote houtblokken of grote stenen.
  • Controleer of de krik onbeschadigd is, of de schroefdraden goed zijn gesmeerd en of deze vrij van vuil is.
  • Controleer of de krik op een vaste en vlakke ondergrond staat die niet glad is en niet helt.
  • De krik moet op de juiste wijze in het kriksteunpunt zijn bevestigd.
  • Leg nooit iets tussen de krik en de ondergrond en evenmin tussen de krik en het kriksteunpunt van de auto.
  • Laat nooit passagiers in een auto zitten die op een krik staat.
  • Bij het verwisselen van een wiel langs de kant van de weg dienen eventuele passagiers op veilige afstand te gaan staan.
  • Gebruik bij het verwisselen van banden de krik die bij de auto hoort. Bok de auto op bij alle andere werkzaamheden.
  • Kruip of reik nooit onder een auto die op een krik staat.

 Waarschuwing

Als de auto met behulp van een garagekrik omhoog wordt gebracht, moet deze onder een van de vier hefpunten worden geplaatst. Plaats de garagekrik zorgvuldig, zodat de auto er niet vanaf kan glijden. Zorg dat de krikplaat is voorzien van een rubberbescherming, zodat de auto stabiel staat en niet wordt beschadigd. Gebruik altijd bokken of iets dergelijks.

Als de krik* niet wordt gebruikt, moet deze in zijn opbergruimte onder de vloer van de laadruimte worden bewaard.

Lees alle instructies door voordat u begint. Pak al het te gebruiken gereedschap voordat de auto wordt opgenomen.

Plaats een gevarendriehoek en schakel de alarmlichten in, bijvoorbeeld als u een wiel moet verwisselen langs een drukke weg.

Haal de parkeerrem aan en schakel stand P in of schakel de eerste versnelling in bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak.

Als de auto is voorzien van Besturing niveauregeling*, moet deze worden uitgeschakeld voordat u de auto opneemt.

Plaats wielblokken voor en achter de wielen die op de grond blijven staan. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld grote blokken hout of grote stenen.

Plaats de krik of hefarmen onder de voorziene steunpunten in het onderstel van de auto. Driehoekige markeringen op de kunststof afdekking geven aan waar de kriksteunpunten/hefpunten zitten. Er zitten aan beide zijden van de auto twee kriksteunpunten. Bij elk steunpunt zit een uitsparing voor de krik.

P5-1507-jack inserts in chassi
Plaats de krik onder het te gebruiken bevestigingspunt op de grond; een stevige ondergrond die niet glad is.
Breng de krik omhoog totdat deze goed zit en contact maakt met het kriksteunpunt van de auto. Controleer of de kop van de krik (of de dragerarmen in een werkplaats) goed in het steunpunt is (zijn) geplaatst, zodat de verhoging in het midden van de kop in de opening in het steunpunt past en of de voet van de krik loodrecht onder het steunpunt staat.
Draai de krik zo dat de slinger zo ver mogelijk van de zijkant van de auto komt. De armen van de krik staan dan haaks op de rijrichting van de auto.
Neem de auto zo hoog als nodig is op, afhankelijk van wat er moet gebeuren.
  1. * Optie/accessoire.