Temperatuur achterin regelen

De temperatuur voor de klimaatzones achterin is in te stellen op het gewenste aantal graden.

Temperatuur achterin regelen vanaf voorstoelen

P5-1507-Icon-settings-climate
Open het klimaatscherm op het middendisplay door op het symbool in het midden van het klimaatveld te tikken.
Kies het tabblad Klimaat achter.
P5-1507–Climate–Buttons temperature rear
Temperatuurknoppen op het tabblad Klimaat achter op klimaatscherm.
Druk op de temperatuurknop voor de linker of rechter zone om de bediening te openen.
P5-1507–Climate–Temperature regulation rear
Temperatuurbediening.

Regel de temperatuur door:

  • de bediening naar de gewenste temperatuur te slepen
  • op +/ te drukken om de temperatuur in stapjes te verhogen/verlagen.
De temperatuur wordt aangepast, waarna de knop de ingestelde temperatuur aangeeft.

Temperatuur achterin regelen vanaf achterstoelen

Druk op de ontgrendelingsknop op het klimaatpaneel van de tunnelconsole om toegang te krijgen tot de bediening.
P5-1717–Climate–Rear climate controls temperature
Temperatuurregeling op klimaatpaneel achter op tunnelconsole.
Druk op de </>-knoppen voor de linker of rechter zone om de temperatuur in stapjes te verhogen of te verlagen.
De temperatuur wordt aangepast, waarna het scherm van het klimaatpaneel de ingestelde temperatuur aangeeft.

 N.b.

Het is niet mogelijk om het opwarmen/afkoelen te versnellen door een hogere/lagere temperatuur te kiezen dan die eigenlijk gewenst is.