stroomaansluitingen
Het elektrische systeem van de auto moet minimaal in contactslotstand I staan, anders geven de aansluitingen geen stroom. Vervolgens blijven de aansluitingen actief zolang de ladingstoestand van de startaccu niet te laag is.
Als de motor wordt uitgeschakeld en de auto wordt vergrendeld, worden de aansluitingen gedeactiveerd. Als de motor wordt uitgeschakeld en de auto niet wordt vergrendeld óf wordt vergrendeld met tijdelijk gedeactiveerde Safelock-functie, blijven de aansluitingen nog maximaal 10 minuten actief.
N.b.
Elektrische 230V-aansluiting*
U kunt de aansluiting voor verschillende accessoires gebruiken die op een spanning van 230 V werken, zoals laders of laptops.
Belangrijk
Aansluiting gebruiken
Ontkoppel het accessoire door de stekker eruit te trekken. Trek niet aan de kabel.
Trek de afdekking omhoog als de aansluiting niet wordt gebruikt of als de aansluiting zonder toezicht wordt achtergelaten.
Belangrijk
- Gebruik geen accessoires met grote of zware contacten - ze kunnen de aansluiting beschadigen of losgaan tijdens het rijden.
- Gebruik geen accessoires die storingen kunnen veroorzaken, bijv. in de radio-ontvanger of het elektrische systeem van de auto.
- Plaats het accessoire zo, dat het bestuurder of passagiers bij krachtig remmen of een botsing niet kan verwonden.
- Houd aangesloten accessoires in de gaten, aangezien ze warmte kunnen produceren waaraan passagiers zich kunnen branden. Ook kan het interieur hierdoor worden beschadigd.
Waarschuwing
- Gebruik alleen onbeschadigde accessoires zonder mankementen. De accessoires moeten bestemd zijn voor 230 V en 50 Hz, met contacten die op de aansluiting zijn berekend. De accessoires moeten een CE-markering, een UL-markering of een vergelijkbare veiligheidsaanduiding hebben.
- Laat aansluiting, contact of accessoires nooit in aanraking komen met water of een andere vloeistof. Gebruik de aansluiting niet en raak deze niet aan als hij beschadigd lijkt of in aanraking is geweest met water of een andere vloeistof.
- Sluit geen contactdozen, adapters of verlengsnoeren aan op de aansluiting. Daardoor zouden de veiligheidsfuncties van de aansluiting omzeild kunnen worden.
- De aansluiting is voorzien van een stopcontactbeschermer. Let op dat niemand in de aansluiting peutert of deze zo beschadigt, dat de beschermer niet langer werkt. Laat kinderen niet zonder toezicht in de auto achter als de aansluiting actief is.
Negeren van bovenstaande aanmaningen kan in sterke of levensgevaarlijke elektrische schokken resulteren.
Statusindicatie
Een led op de aansluiting geeft de status van de aansluiting aan:
Statusindicatie | Oorzaak | Maatregel |
---|---|---|
Led brandt constant groen | De aansluiting levert stroom aan een aangesloten stekker. | Geen. |
Led knippert oranje | De spanningsomvormer van de aansluiting is te warm (bijvoorbeeld als het accessoire te veel vermogen nodig heeft of als het interieur te warm is). | Haal de stekker eruit, laat de spanningsomvormer afkoelen en sluit de stekker weer aan. |
Het aangesloten accessoire heeft te veel vermogen nodig (tijdelijk of constant) of werkt niet. | Geen. Het accessoire kan de aansluiting niet gebruiken. | |
Gedoofde led | De aansluiting detecteert niet dat er een stekker is aangesloten op de aansluiting. | Controleer of de stekker goed in de aansluiting is aangebracht. |
De aansluiting is niet actief. | Zet het elektrische systeem van de auto minimaal in contactslotstand I. | |
De aansluiting is actief geweest, maar is gedeactiveerd. | Start de motor en/of laad de startaccu op. |
Als het probleem blijft bestaan, neemt u contact op met een werkplaats; geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Waarschuwing
Elektrische 12V-aansluiting
U kunt de aansluitingen voor verschillende accessoires gebruiken die op een spanning van 12V werken, zoals mediaspelers, koelboxen of mobiele telefoons.
De aansluitingen in de tunnelconsole kunnen worden aangevuld met een aansteker*.