Transpondersleutel

De transpondersleutel is te gebruiken voor het vergrendelen/ontgrendelen van de portieren en de achterklep en moet in de auto aanwezig zijn om de motor te kunnen starten.
P5-1507 Remote Keys overview both variants
Transpondersleutel, links en sleutel zonder knoppen (Key Tag), rechts.

U gebruikt de transpondersleutel niet actief bij het starten, omdat een auto in standaarduitvoering is uitgerust met ondersteuning voor passief starten (Passive Start). Om de motor te kunnen starten moet de sleutel zich voor in het interieur bevinden, bijvoorbeeld in een zak van de bestuurder of in de bekerhouder in de tunnelconsole. Zie het artikel "Motor starten".

Passieve vergrendeling/ontgrendeling (Passive Entry*) van de portieren en achterklep is ook een optie. Het sleutel heeft een bereik van zo'n 1,5 meter rond het bestuurdersportier en van ca. 1 meter rond de achterklep. Zie het artikel "Bereik transpondersleutel".

Met passief starten in combinatie met passieve vergrendeling/ontgrendeling kan de transpondersleutel overal in het interieur of de bagageruimte worden geplaatst, met behoud van de functionaliteit wat betreft het starten van de motor.

Sleutel zonder knoppen (Key Tag)

Bij auto's met passieve vergrendeling/ontgrendeling* wordt een wat kleinere en lichtere sleutel zonder knoppen (Key Tag) geleverd. Deze werkt voor wat betreft passief starten en vergrendelen/ontgrendelen op dezelfde manier als de standaardtranspondersleutel. Hij heeft geen afneembaar sleutelblad en de batterij kan niet worden vervangen. Een nieuwe sleutel zonder knoppen kan worden besteld bij een erkende Volvo-werkplaats.

Meer sleutels bestellen

De auto wordt geleverd met twee transpondersleutels - een sleutel zonder knoppen wordt bijgeleverd als de auto is voorzien van passieve vergrendeling/ontgrendeling*. Het is mogelijk meer sleutels bij te bestellen. Voor dezelfde auto kunnen maximaal twaalf sleutels worden geprogrammeerd en gebruikt.

Zie de rubriek "Zoekgeraakte transpondersleutel" hieronder als u een transpondersleutel bent kwijtgeraakt.

De knoppen van de transpondersleutel

P5-1507-Remote Key with buttons
De transpondersleutel heeft vier knoppen - een aan de linker- en drie aan de rechterkant.
  1. P5-1507 Remote key icon for lock/global close   Vergrendelen - Bij eenmaal indrukken worden alle portieren en de achterklep vergrendeld en wordt het alarm1 geactiveerd. Bij langduriger indrukken worden alle ruiten en het panoramadak* tegelijkertijd gesloten. Zie onder "Vergrendelen/ontgrendelen vanaf de buitenzijde" en "Vergrendelen/ontgrendelen vanaf de binnenzijde".
  2. P5-1507 Remote key icon for unlock/global open  Ontgrendelen - Bij eenmaal indrukken worden alle portieren en de achterklep ontgrendeld en wordt het alarm gedeactiveerd. Bij langer indrukken worden alle ruiten tegelijkertijd geopend, de zogeheten doorluchtfunctie2. Zie het artikel "Vergrendelen/ontgrendelen vanaf de buitenzijde".
  3. P5-1507 Remote key icon for trunk unlock/release/open/close  Achterklep - Ontgrendelt alleen de achterklep en deactiveert de alarmfunctie voor de achterklep. Bij auto's met elektrische achterklepbediening* wordt de klep automatisch geopend bij lang indrukken. De klep kan ook worden gesloten door lang indrukken - er klinken waarschuwingssignalen. Zie het artikel "Elektrische achterklepbediening".
  4. P5-1507 Remote key icon for panic alarm  Paniekfunctie - bestemd om in noodgevallen de aandacht van anderen te trekken. Als u de toets ten minste 3 seconden lang ingedrukt houdt of tweemaal achtereen binnen 3 seconden indrukt, worden de richtingaanwijzers, de interieurverlichting en de claxon geactiveerd. U kunt deze functie met dezelfde toets weer uitschakelen, als de functie minimaal 5 seconden actief geweest is. Anders wordt deze functie na ca. 3 minuten automatisch uitgeschakeld.

 Waarschuwing

Als u iemand in de auto achterlaat, moet u de raammechanismen en het dakluik stroomloos maken door altijd de transpondersleutel mee te nemen als u de auto verlaat.

Storingen

De passieve startfunctie van de transpondersleutel en de passieve vergrendeling/ontgrendeling* ondervinden mogelijk storingen door elektromagnetische velden en afschermingen.

 N.b.

Bewaar de transpondersleutel niet te dicht in de buurt van metalen voorwerpen of elektronische apparaten zoals mobiele telefoons, tablets, laptops of laders – op een afstand kleiner dan 10-15 cm.

Als er toch storingen optreden, gebruikt u het sleutelblad van de transpondersleutel en plaatst u vervolgens de sleutel in de back-uplezer om het alarmsysteem van de auto te deactiveren. Zie het artikel "Vergrendelen/ontgrendelen met afneembaar sleutelblad".

 N.b.

Zorg ervoor dat er geen andere autosleutels, metalen voorwerpen of elektronische apparaten (zoals mobiele telefoons, tablets, laptops of laders) in de bekerhouder liggen, wanneer u de transpondersleutel in de bekerhouder plaatst. Als er zich meerdere sleutels in de bekerhouder bevinden, kunnen deze elkaar storen.

Zoekgeraakte transpondersleutel

Bij verlies van een transpondersleutel kunt u een nieuwe bestellen bij een werkplaats - geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Neem de resterende transpondersleutels mee naar de werkplaats. Ter preventie van diefstal moet de code van de zoekgeraakte sleutel uit het systeem worden gewist.

Hoeveel sleutels er voor de auto geprogrammeerd zijn kunt u controleren op het hoofdscherm van het middendisplay.

  1. * Optie/accessoire.
  2. 1 Optie op bepaalde markten.
  3. 2 Om bijvoorbeeld bij warm weer snel voor frisse lucht in de auto te zorgen.