De compressor moet zijn uitgeschakeld. Zorg dat de knop in stand 0 staat en neem de kabel en de luchtslang erbij.
Draai het ventieldopje van het wiel los en schroef de ventielaansluiting van de luchtslang zo ver mogelijk op het ventiel van de band.
Sluit de kabel aan op een van de 12V-aansluitingen in de auto en start de motor.
Waarschuwing
Het inademen van uitlaatgassen kan levensgevaarlijk zijn. Laat de motor nooit draaien in ruimten die afgesloten zijn of onvoldoende ventilatie hebben.
Waarschuwing
Laat kinderen niet zonder toezicht in de auto achter als de motor draait.
Schakel de compressor in door de knop in stand I te zetten.
Belangrijk
Kans op oververhitting. De compressor mag niet langer dan 10 minuten werken.
Pomp de band op tot de spanning die op de bandenspanningssticker aan de binnenkant van de portierstijl aan bestuurderszijde staat. (Laat eventueel lucht ontsnappen met het drukreduceerventiel, als de bandenspanning te hoog is.)
Schakel de compressor uit. Koppel de luchtslang en de kabel los.
Plaats het ventieldopje terug.