De auto heeft een achttraps automaatbak, waarbij het systeem de versnelling kiest, zodat het rijden optimaal gaat.
De versnellingsbak heeft ook een handmatige schakelstand.
Schakelstanden op bestuurdersdisplay
Op het bestuurdersdisplay staat de actuele keuzehendelstand:
P, R, N, D of M.
In de handmatige schakelstand verschijnt ook de ingeschakelde versnelling (1-8).
Schakelstanden
Parkeerstand - P
Kies stand P wanneer de auto geparkeerd staat of als de motor moet worden gestart. De auto moet stilstaan, wanneer u de parkeerstand kiest.
Om de keuzehendel uit de parkeerstand te kunnen halen, moet u in contactslotstand II het rempedaal bedienen.
In stand P is de versnellingsbak mechanisch geblokkeerd. Zet de parkeerrem eerst aan als de auto geparkeerd staat.
Waarschuwing
Achteruitrijstand - R
Kies de stand R om achteruit te rijden. De auto moet stilstaan, wanneer u de achteruitrijstand kiest.
Neutrale stand - N
In deze stand kunt u de motor starten en er is geen versnelling ingeschakeld. Zet de parkeerrem aan, wanneer de auto stilstaat en de keuzehendel in stand N staat.
Om de keuzehendel uit de neutraalstand te kunnen halen moet u in contactslotstand II het rempedaal bedienen.
Rijstand - D
Stand D is de normale rijstand. De versnellingsbak schakelt automatisch op en terug afhankelijk van de stand van het gaspedaal en de snelheid. De auto moet stilstaan bij het schakelen van stand R naar stand D.
Handmatige schakelstand - M
Handmatig schakelen kan op elk moment tijdens het rijden geactiveerd worden. Bij het loslaten van het gaspedaal wordt de auto op de motor afgeremd.
Kies de handmatige schakelstand door de keuzehendel vanuit stand D helemaal opzij te bewegen naar "±". Het bestuurdersdisplay geeft aan welke versnelling (1-8) er op dat moment is ingeschakeld.
- Duw de keuzehendel naar voren in de richting van de "+" (plus) om op te schakelen naar de eerstvolgende hogere versnelling en laat de hendel weer los.
- Duw de keuzehendel naar achteren in de richting van de "–" (minus) om terug te schakelen naar de eerstvolgende lagere versnelling en laat de hendel weer los.
Om schokkerig gedrag en afslag van de motor te voorkomen schakelt de versnellingsbak automatisch terug, als de snelheid daalt tot onder de gewenste waarde voor de gekozen versnelling.
Duw de keuzehendel helemaal opzij naar D om terug te keren naar automatisch schakelen.
Kickdown
Als u het gaspedaal volledig intrapt (tot voorbij de normale volgasstand), schakelt de versnellingsbak automatisch terug naar een lagere versnelling. Dit is de zogeheten kickdown.
Wanneer u het gaspedaal uit de kickdownstand loslaat, schakelt de versnellingsbak automatisch op.
Gebruik de kickdown om zo snel mogelijk te accelereren zoals bij het inhalen.
Beveiligingsfunctie
Om overtoeren van de motor te voorkomen is het stuurprogramma van de versnellingsbak voorzien van een terugschakelblokkering.
De versnellingsbak staat geen terugschakeling/kickdown toe die tot een dusdanig hoog toerental leidt dat de motor beschadigd kan raken. Wanneer u bij hoge motortoeren toch probeert een dergelijke kickdown uit te voeren, gebeurt er niets. De auto blijft in de oorspronkelijke versnelling rijden.
Bij kickdown kan de auto afhankelijk van het motortoerental een of meer versnellingen terugschakelen. Om schade aan de motor te voorkomen schakelt de auto op wanneer de motor het maximumtoerental heeft bereikt.