U kunt de achterklep alleen met een schopbeweging openen/sluiten wanneer een van de transpondersleutels van de auto zich binnen bereik2 achter de auto bevindt. Dit geldt ook bij een ontgrendelde auto om onbedoelde voetbediening zoals bij een wasbeurt van de auto te voorkomen.
Bediening
Openen/sluiten
Bij activering van de openings-/sluitingsfunctie klinkt een kort geluidssignaal - de achterklep wordt geopend/gesloten.
Als de achterklep open is, vindt er bij activering via een schopbeweging altijd een sluiting plaats.
De achterklep kan ook worden gesloten met de knop op het dashboard, met de transpondersleutel of met de knop(pen)3 op de onderkant van de achterklep. Zie voor meer informatie het artikel "Elektrische achterklepbediening".
Als de sensor meerdere schopbewegingen waarneemt zonder dat er een goedgekeurde transpondersleutel achter de auto wordt waargenomen, is de achterklep pas na enige vertraging te openen.
Houd uw voet tijdens de schopbeweging niet onder de auto, aangezien de activering hierdoor kan mislukken.
Openen/sluiten onderbreken
Om het openen/sluiten te onderbreken hoeft de transpondersleutel niet in de buurt van de auto te zijn.
N.b.
N.b.
Met het accessoire skidplate/diffusor*
Bij een auto met het accessoire skidplate/diffusor* zit de sensor verder naar links in de buurt van de bumperhoek.
Om bij een auto met het accessoire skidplate/diffusor de achterklep te openen/sluiten met een schopbeweging, moet u de schopbeweging vanaf de zijkant van de auto maken.